66 17 JANUARI 1952 ook niet boven anderen bevoorrecht worden. Door de installatie- huur dragen alle aangeslotenen bij in de aanlegkosten van het ka belnet. Zij, die aansluiting verlangen, behoren direct te betalen, omdat dit indirect ook de reeds aangeslotenen betreft. Daarom mogen bedoelde personen niet bevoorrecht worden; ook al zijn de bijdragen vrij hoog. Om aan het betalen van deze bijdragen tege moet te komen, is een speciale regeling voor afbetaling in een tijd vak van 30 jaar getroffen. Naar sprekers mening kan de Raad van dit standpunt nu niet meer afwijken, daar men anders niet meer weet, waar men aan toe is. De heer BRINKERHOF heeft met genoegen beluisterd de woor den, die Wethouder van Houten heeft gesproken over de getroffen regeling. Is het zo, dat men f 250.per aansluiting moet betalen Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat de eerste f 60.ten laste van de gemeente komen. Bedragen de kosten voor betrokkene meer dan f 250.dan moet deze f 250.ineens betalen en de rest in een tijdvak van 30 jaar. Voor het betalen van f 250.ineens bestaat ook een aparte regeling. De heer BRINKERHOF merkt op, dat volgens Wethouder van Houten de aansluitingen op de Rith jaarlijks een beduidend exploi tatie-verlies opleveren. In 1949 bedroeg de winst van het G.E.B. f 440.000.en thans maar f 277.606.ofschoon de afname nu groter is dan in 1949, zodat dus de winst eveneens groter had moeten zijn. Indien deze winst geen sluitpost is, dan behoort de gemeente be trokkenen gratis aan te sluiten. De Wethouder heeft gezegd, dat de bewoners van de stad de kosten van het electrisch net betalen via de installatiehuur. Maar dat doen bedoelde personen dan toch ook? Volgens de Wethouder ruimt de P.N.E.M. haai" bovengrondse kabels op. Spreker heeft gelezen, dat in een provincie (denaam der provincie in hem onbekend) alle boerderijen van electrisch licht zjjn voorzien. Hierbij zal toch zeker van bovengrondse kabels ge bruik zijn gemaakt. Spreker stelt voor het bedrag van f 277.606. met f 1.te verlagen om aldus uitdrukking te geven aan de wens om ook in de onrendabele gebieden iedereen van electrisch licht te voorzien. De heer DIRVEN zegt, dat, indien Burgemeester en Wethouders niet van hun standpunt af gaan, daaraan weinig te doen is. De bewoners van de Rith en Overa zijn genegen hun laatste cent uit te geven voor het genot van electrisch licht. Er blijven in totaal 20 a 25 niet-aangeslotenen over. Hij wil thans niet spreken over de boeren, die of een groot of een klein bedrijf bezitten, daar deze merendeels zijn aangesloten, maar wel over degenen, die slechts een zeer klein bedrijfje hebben en in Breda werkzaam zijn, aan gezien deze laatste categorie de kosten niet kan opbrengen. Prin senbeek is nog maar 2 jaar bij de P.N.E.M. aangesloten en nu is deze gemeente reeds tot in de uiterste hoeken bovengronds van electriciteit voorzien. De heer VERSCHUREN onderschrijft de woorden van de heer Dirven. 20 a 25 gezinnen zijn nog steeds van electrisch licht ver stoken. Het is jammer, dat de gemeente deze toestand heeft ge schapen. Het ging om circa f 30.000.Breda heeft van de ge annexeerde gebieden, waaronder1 ook Princenhage is begrepen, reeds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 66