17 JANUARI 1952 voortzetting van de vergadering van Begroting voor het gemeentelijk Electriciteitsbedrijf (vervolg). De heer VELDKAMP merkt op, dat de electrificatie van de zg. onrendabele gebieden de Raad nu al meerdere jaren bezig houdt. Hij heeft in een vroeger stadium een lans gebroken voor een andere regeling dan thans is getroffen. Hij wil daarop echter niet terug komen. Wel zou hij willen verzoeken, of Burgemeester en Wethou ders nog eens willen bezien, of door een bovengrondse kabelleiding de grote kosten voor de belanghebbenden niet kunnen worden ver licht. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat dit reeds herhaaldelijk gebeurd is. Naar zijn stellige mening is een bovengrondse kabel op de duur niet voordeliger, omdat men daarbij regelmatig de houten palen moet vernieuwen. Dit is alleen te voorkomen door het plaat sen van de meer duurzame stalen constructie, welke echter geen kostenbesparing oplevert. De heer VELDKAMP gelooft, dat de wethouder de zaak wel erg pessimistisch beziet. Wethouder VAN HOUTEN ontkent dit. Ook de P.N.E.M. gaat geleidelijk over tot vervanging van het bovengrondse lichtnet. De heer VAN GILS zegt, dat de P.N.E.M. nog vrij korte tijd ge leden bovengrondse leidingen heeft aangelegd in een deel van de gemeente Teteringen. Hij kan dit moeilijk rijmen met de opmerking van Wethouder Van Houten. Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat zulks om bedrijfs- politieke redenen geschiedde: men wilde deze streek in ieder geval als voorzieningsgebied van de P.N.E.M. behouden, en daarom ging men haastig tot aanleggii.g van het net over. Mettertijd zal ook hier wel een ondergronds kabelnet worden aangelegd. De heer VERSCHUREN wijst cr op, dat in een klein gedeelte van de voormalige gemeente Princenhage nog houten palen in gebruik zijn. Deze worden door de bewoners onderhouden. Is zulks ook niet op andere plaatsen mogelijk? De heer BRINKERHOP zou het verzoek van de heer Veldkamp

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 69