17 JANUARI 1952
73
De VOORZITTER antwoordt, dat hiernaar zal worden gestreefd.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat in het Centraal Rapport is
gewezen op de gevolgen van het zelf opverven door de bewoners van
woningen.
Burgemeester en Wethouders zeggen hierop dat het buitenverf werk
steeds wordt aanbesteed, en dat voor het binnenwerk de bewoners
een vergunning nodig hebben van Openbare Werken, waarbij voor
schriften inzake de te gebruiken verf en de nodige aanwijzingen wor
den gegeven. Een dergelijke vergunning zou alleen aan die bewoners
worden gegeven, die tot dit werk in staat zijn, waarbij niet alleen
gedacht is aan schilders, maar ook aan andere groepen geschoolde
arbeiders. Naar spreker's mening ziet het er in een aantal huizen
allerbedroevendst uit. Hij zou daarom met klem willen verzoeken,
bedoelde vergunningen maar zeer zuinig uit te geven. Daarnaast
zou hij willen voorstellen, dat aan betrokkenen ook het benodigde
materiaal beschikbaar wordt gesteld. Hierop werd reeds geantwoord,
dat het gebruikelijk is, dat de kosten voor behangen, witten en
verven voor rekening komen van de huurders. Voor wat verven be
treft zou spreker gaarne een andere gedragslijn zien; want het ge
bruik van goed materiaal is van groot belang om de woningen in
een goede toestand te behouden. Spreker zou gaarne zien, dat
Burgemeester en Wethouders deze aangelegenheid nog eens met
het. Bedrijf opnamen.
Mejuffrouw KOPPELAAR wil nogmaals de vraag herhalen om
trent het aanbrengen van de nodige voorzieningen in de uitgeklede
woningen. In het bijzonder zouden de huizen, die door grote gezin
nen worden bewoond, bekeken moeten worden. In vele gevallen
heeft men geen zolder voor het drogen van de was ter beschikking,
zodat men soms de gehele week met een natte was in de woon
kamer zit. Voorts komt er veel koude in de huizen langs de niet af
geschoten zolders.
Spreekster kan met de heer Dirven jubelen over de vermindering
van de huurschuld; doch zij is minder content over de wijze, waar
op dit in een aantal gevallen is bereikt. Het is haar bekend, dat b.v.
om deze schuld te verminderen beslag werd gelegd op de kinderbij
slag. Spreekster kan zich niet voorstellen, dat dit de goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders heeft. De toestand in vele gezin
nen is zo, dat de periodiek uitgekeerde kinderbijslag onmisbaar is
voor de aanschaffing van kleding, schoeisel en andere voorwerpen,
waarvoor hogere onkosten zijn te maken. Wanneer een gezin met
kinderen soms moet toekomen met 45.per week, dan is het voor
spreekster onbegrijpelijk, dat men zonder schuld kan rondkomen.
Misschien dat de huurschuld nu vermindert, maar dat ergens anders
nieuwe schulden ontstaan. Spreekster zou in ieder geval willen
voorstellen, dat de kinderbijslag nooit zal worden aangetast.
Voorts zal zij het op prijs stellen, als in gevallen van huurschuld
de woninginspectie wordt ingeschakeld, zodat de te treffen maat
regelen aan hun sociale mogelijkheden worden getoetst.
De heer VAN SWOL heeft de indruk gekregen, dat er met verf-
werk nogal gekke dingen zijn gebeurd. De Burgemeester heeft eens
gezegd, dat ook voor de arbeiderswoningen het beste nog niet goed
genoeg is, maar ten aanzien van het verfwerk is er het slechtste
geleverd, wat spreker ooit heeft gezien. En de bewoners van deze
panden worden nu het kind van de rekening. Men kan nu wel critiek
uitoefenen op de wijze van bewoning, doch de huurder treft veelal
geen schuld. Het gebeurt, dat wanneer men het huis eens goed