Ai' t/- 17 JANUARI 1952 77 voor de diensten van Openbare Werken en Beplantingen. Het kan voorkomen, dat op het Openbaar Slachthuis soms spoedshalve klei ne reparaties worden gedaan aan de jeeps; doch dat is alleen in de hausse-periode van die dienst, wanneer er talrijke keuringen voor huisslachtingen geschieden. Grote reparaties worden bij het Slacht huis niet uitgevoerd. Geleidelijk aan zal getracht worden tot een nog verdere centralisatie te komen. De heer WEZENBEEK is niet bevredigd. Hij vraagt, waarom op het Slachthuis 2 automonteurs werkzaam zijn. Is het niet efficiënter deze over te plaatsen naar de centrale werkplaats? Wethouder VAN HAPEREN zegt, dat hem hiervan niets bekend is. Het Openbaar Slachthuis beschikt wel over een gediplomeerde monteur voor het werk aan de koelinstallaties. De VOORZITTER meent, dat men er toch geen aanmerking op kan maken wanneer deze monteur ook het diploma automonteur heeft. Deze mensen zijn beslist niet in dienst genomen voor het verrichten van autoreparaties. De heer WEZENBEEK houdt vol, dat een centrale administratie nodig is. Een gecentraliseerde controle is alleen mogelijk, wanneer alles in één hand is. Ook grotere bedrijven die over het gehele land of regionaal werkzaam zijn, kennen een centrale controle op de vervoersmiddelen. Het gaat hier uiteraard niet over reparaties van een lekke band of van Verstopte bougies. De heer VAN GISBERGEN kan als lid van de Slachthuiscommis sie nog opmerken, dat bij dit bedrijf een hoofd- en eerste monteur werkzaam zijn. Deze zijn nodig voor de installaties van het bedrijf. Het gebeurt wel eens, dat kleinere reparaties aan de auto's ter plaatse worden uitgevoerd; voor de grotere gaat men naar het Ge meentelijk Vervoerbedrijf. Onderafdeling Brandweer. De heer BRINKERHOF wijst erop, dat er momenteel in de ge meente geen schoorsteenvegers meer werkzaam zijn. Enige tijd ge leden wilde spreker zijn schoorsteen laten vegen en toen hij hier voor geen gelegenheid vond, heeft hij geïnformeerd bij de Brand weer. Ook hier kon men hem niet inlichten. Men noemde hem wel de naam van een Italiaan, doch die bleek reeds te zijn overleden. De brandbeveiliging in de gemeente wordt door deze situatie ge schaad. In enkele gemeenten bestaat het voorschrift, dat men bij brand moet aantonen, dat de schoorstenen tijdig geveegd waren; kan men dit niet, dan moet men in de kosten van de brand-blussing bij dragen. Burgemeester en Wethouders achten een dergelijke regeling voor deze gemeente niet nodig. Spreker wil het college daarom ver zoeken iemand aan te wijzen, die op aanvrage de schoorstenen bij de burgers kan komen vegen. De VOORZITTER heeft het vermoeden, dat sommigen in de me ning verkeren, dat alleen Italianen het beroep van schoorsteenveger kunnen uitoefenen. Dit is uiteraard niet het geval. Bij hem persoon lijk komt steeds een aannemer, die in de Prins Hendrikstraat woont.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 77