16 JANUARI 1952 7 COSIJN, A. C. DIRVEN, Mr B. W. M. DRION, C. VAN DEN EEDEN, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBERGEN, A. VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, Mr J. P. HUSTINX, A. JONGBLOED, J. J. KAMPHUIJS, L. J. F. KOERTSHUIS, D. J. A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, F. P. VAN DE NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, O. A. M. DE ROOS, Drs G. C. STUBENROUCH, C. A. H. VAN SWOL, Mr E. H. TOXOPEUS, Dr G. M. J. VELDKAMP, Drs O. G. E. M. VERHAAK, J. B'. V. VERMEULEN, J. VER SCHUREN, A. J. WEZENBEEK. Afwezig de Heren: Dr L. VAN EGERAAT en J. VAN KAMPEN. Voorzitter: de Heer Dr CLAUDIUS A. PRINSEN. Secretaris: de Heer TH. C. DE WERD (waarnemend). De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in art. 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad'. Bericht van verhindering is binnengekomen van de Heren: Dr L. van Egeraat en J. van Kampen. De VOORZITTER spreekt ongeveer als volgt: „Bij de jaarwisseling en speciaal bij mijn laatste ongesteldheid „mocht ik van U allen zonder uitzondering hartelijke bewijzen van „sympathie en medeleven ontvangen. Ik heb niet op elk daarvan „persoonlijk gereageerd, maar ze hebben mij meer getroffen, dan „ik U kan zeggen: vooral tijdens een ziekte is men bijzonder ge- „voelig daarvoor en zulks doet ook goed, „Heel welgemeend mijn oprechte dank. „Ook de vriendelijke attentie namens U allen aan mijn echtge note met Kerstmis bewezen, was buitengewoon treffend. Mede „namens haar betuig ik U mijn grote erkentelijkheid." Ook in het afgelopen jaar werd onze gemeenschappelijke arbeid in hoofdzaak bepaald door de groei en de ontwikkeling van onze stadsgemeenschap. Het moge zijn, dat cijfers veelal slechts een voorbijgaande indruk vestigen, de bevolkingstoename als voor naamste index van de dynamiek onzer samenleving, kan niet anders dan in getallen worden uitgedrukt. Op 31 December 1950 had Breda een inwoneraantal bereikt van 91055. Volgens voorlopige cijfers telt onze stad thans 92729 zielen, hetgeen een aanwas betekent van 1674 inwoners. Het vestigings overschot bedroeg 191, het geboorte-overschot 1483. (2138 geboor ten staan tegenover 655 sterfgevallen.) Deze cijfers liggen nage noeg op geiijke hoogte met die over de jaren 1949/1950. Op het stadsbestuur rustte dus de taak om onze stad tot een goed woonoord voor deze mensen te maken en daarnaast de nog zwaardere taak om hen, die van onze gemeenschap reeds deel uit maakten, naar vermogen in staat te stellen een eerste behoefte van ons volk, een gelukkig gezinsleven aan eigien haard, te bevre digen. Het is daarom verheugend te noemen, dat 1951 de grootste woningtoename, n.l. 584 woningen te zien gaf, die ooit is voorge komen. Helaas moet onmiddellijk hierop een somber geluid klinken, want de algemene economische en financiële toestand was er oor zaak van, dat te weinig nieuwe woningen in aanbouw werden ge nomen, mede door maatregelen, welke de centrale overheid op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 7