84
17 JANUARI 1952
8.500.Dit bedrag kan niet ontstaan, doordat nu enkele lokalen
meer moeten worden schoongemaakt.
De VOORZITTER merkt op, dat in deze post ook zijn begrepen
het onderhoud en het schoonhouden van lokalen, gelegen aan de
Catharinastraat. Hij meent te moeten ontraden om thans een beslis
sing tot verlaging van deze post te nemen. Hij wil de positieve toe
zegging doen deze aangelegenheid nauwkeurig te doen onderzoeken.
De heer VERHAAK betwijfelt, of de heer Kramers in zijn bere
kening genoeg aandacht heeft besteed aan de sociale lasten, welke
50"/o van het verloonde bedrag uitmaken.
De heer VERMEULEN acht het bezwaarlijk, dat de Raad staan
de de vergadering in deze een beslissing neemt. Daartoe zal eerst
een meer uitvoerig en gespecificeerd overzicht van de betreffende
uitgaven beoordeeld moeten worden.
De heer VELDKAMP vindt, dat het antwoord van Burgemeester
en Wethouders op het Centraal Rapport wel erg summier is ge
weest. Reeds toen hadden de nodige gegevens verstrekt kunnen
worden.
De heer JONGBLOED zegt een zelfde opmerking als de heer
Kramers te hebben willen maken. De voorgestelde verhoging van
uitgaven kan naar zijn mening niet alleen betrekking hebben op de
uitbreiding met enige lokalen. Hij verwacht van Burgemeester en
Wethouders een nadere specificatie van deze begTotingspost.
Mejuffrouw KOPPELAAR meent er op te moeten wijzen, dat het
gemeentehuis er steeds keurig uitziet. Dit is veel waard.
De VOORZITTER is het hierin met mejuffrouw Koppelaar eens.
Hij zegt toe deze aangelegenheid te zullen onderzoeken.
Post 82: Representatiekosten.
De heer JONGBLOED begrijpt, dat deze uitgaven in het komende
jaar hoger zullen zijn dan onder normale omstandigheden. Een ver
hoging van 8.000.tot 20.000 is echter wel veel. Hij wil thans
niet een verlaging van deze post voorstellen, maar hij zou wel gaar
ne de toezegging krijgen, dat het aangegeven bedrag als het uiter
ste wordt beschouwd, en dat men er naar zal streven minder uit te
geven dan dit maximale crediet.
De VOORZITTER kan toezeggen, dat de nodige zuinigheid zal
worden betracht. In verband met het bijzonder groot aantal con
gressen in 1952 is het moeilijk het benodigde bedrag precies te ra
men. Het is dan beter de begroting iets te ruim te stellen dan dat
later een aanvullend crediet moet worden gevraagd.
Zonder verdere beraadslaging wordt dit hoofdstuk goed
gekeurd en vastgesteld.
Hoofdstuk III: Openbare Veiligheid.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat de wetten moeten worden
nageleefd. Zo is het ook met de gemeentelijke Algemene Politie