17 JANUARI 1952 85 Verordening. Hierin komt echter een bepaling voor, waaraan veelal niet de hand wordt gehouden. Spreker doelt hierbij op de verplich ting tot het verwijderen van sneeuw van de trottoirs. In de Valkenierslaan wordt nimmer sneeuw geruimd: zelfs niet door de gemeente-ambtenaren, die daar wonen. Het wordt ook niet gedaan door de Stichting Moederheil, noch door de bewoners van de daarnaast gelegen villa. Anderzijds wordt door de politie terzake ook geen proces-verbaal opgemaakt. In het algemeen is er maar weinig politietoezicht buiten het eigenlijke stadsgebied. Slechts af en toe ziet men een politie-agent langs fietsen. Spreker hoopt, dat de Burgemeester de politie nader zal instrueren om aanzeggingen te doen voor het sneeuwruimen, en daarna indien dit nodig, is proces-verbaal op te maken. Voorts vindt spreker, dat de toelichting op de begroting voor wat betreft de politie-uitgaven slechts gering is. Hij zou het op prijs stellen, indien het volgend jaar een uitgebreidere toelichting zou worden gegeven. Het gaat hier toch om vrij aanzienlijke bedragen en hij meent, dat de Raad het recht heeft terzake behoorlijk te wor den ingelicht, zodat deze weet hoe deze gelden besteed worden. De VOORZITTER antwoordt, dat aan het gedane verzoek inzake het sneeuwruimen de nodige aandacht zal worden besteed. Het grootste gedeelte van de politiekosten worden door het Rijk gedra gen. De uitgaven zijn dan ook zo veel mogelijk zo gesteld, dat zij aansluiten aan de gestelde normen van de rijkstegemoetkomingen. Het is mogelijk, dat deze omstandigheid van invloed is geweest bij het geven van een nadere toelichting van deze uitgaven aan de Raad. Spreker is het er echter mee eens, dat de Raad niettemin genoeg zaam moet worden ingelicht en zal zulks bij een volgende begroting bevorderen. De heer BRINKERHOF wenst de commissie voor de strafverorde ningen in overweging te geven de gehele politieverordening eens onder de loupe te nemen. Hierin staan een aantal belachelijke bepa lingen, zoals een verbod om kleedjes te kloppen en de stoepen met water schoon te maken na des morgens 10 uur, aan welke bepalin gen dan ook niet de hand wordt gehouden. Het is dan echter beter deze uit de verordening te schrappen. De VOORZITTER meent, dat door de gewijzigde omstandigheden deze bepalingen misschien in een ander licht zijn komen te staan dan vroeger het geval was. Enerzijds kan het erg hinderlijk zijn, wanneer overdag de stoepen worden gereinigd en wanneer men kleedjes op straat gaat kloppen: anderzijds echter maakt de taak verdeling van de huishoudelijke werkzaamheden tussen de leden van de gezinnen mede in verband met de beperkte mogelijkheden van huishoudelijke hulp een regeling dier werkzaamheden, overeen komstig de bepalingen der politie-verordening, dikwijls onmogelijk. Spreker zal terzake inlichtingen vragen aan de commissie voor de strafverordeningen. De heer VAN GILS wil nogmaals met klem verzoeken een uitrij- verbod vast te leggen voor de Rozemarijnstraat in de richting naai de Haag-dijk. Naar zijn mening is dit thans een zeer gevaarlijk ver keerspunt. Voorts vraagt spreker te bevorderen, dat een doelmatige samen werking tot stand wordt gebracht tussen de politie, de politie-artsen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 85