94 18 JANUARI 1952 hoe ver de gemeente in deze mag gaan. Hij zou deze vraag gaarne door de Raad beantwoord zien. De heer VELDKAMP acht het beter zich hierover nog eens nader te oriënteren en er dan in een volgende vergadering eens over te praten. De VOORZITTER antwoordt, dat hij hiermede accoord kan gaan. De heer VAN SWOL geeft een toelichting op de vraag, die hij in een vorige vergadering heeft gesteld. Hij zegt hierna, dat de heer Veldkamp hem waarschijnlijk niet goed begrepen heeft. De maatschap van installateurs heeft gezegd, dat zij de plaatsing van geysertjes net zo voordelig kon doen geschieden als de ge meente. De service zou hetzelfde blijven. Gebleken is echter, dat de service met 50°/o is ingekort en dat, toen de zaak uit de bus kwam, de prijs hoger lag. Uiteindelijk heeft hij geen bezwaar tegen de levering van gey sertjes door de middenstand, doch dan dient deze ook te geschie den onder de voorwaarden die overeengekomen zijn. De heer VAN GISBERGEN zegt, dat de hogere prijs van de levering der geysers in de Gascommissie is besproken. Deze ver hoging is een gevolg van het feit, dat de gemeente geen incasso kosten en geen administratiekosten heeft. Men kan toch niet eisen, dat de Middenstand voor de gemeen schap met verlies werkt. Door de maatschap zijn zowel in gemeen tewoningen als in particuliere woningen een groot aantal geysers geplaatst. De heer BRINKERHOF wenst alleen te constateren, dat de heer Van Gisbergen hier optreedt als spreekbuis voor de maat schap. Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat in het tijdvak van 19 Aug. tot begin December van het vorig jaar in totaal 109 geysers door de maatschap zijn geplaatst. De heer JONGBLOED vraagt of Burgemeester en Wethouders van plan zijn in de nieuwe vergadering met deze kwestie terug te komen. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer VAN DEN EEDEN vraagt naar aanleiding van het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het centraal rap port ten aanzien van post 198, welke plannen het college heeft aan gaande de volksbadplaats. Spreker is van mening, dat deze volksbadplaats niet aan rede lijke eisen voldoet. Reeds twee jaar geleden is hierop ook de aan dacht gevestigd. Toen hebben Burgemeester en Wethouders ge antwoord, dat er wordt omgezien naar een andere plaats voor deze inrichting. Ten aanzien van post 196 merkt hij op, dat de entree voor' kin deren van het zwembad „Het Ei" te hoog is. Spreker vraagt of het mogelijk is voor kinderen een lagere entreeprijs te bedingen. De heer JONGBLOED is van mening, dat de volksbadplaats niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 94