106
29 APRIL 1953
Ook is niet alleen gedacht aan het bouwen van kleine woningen
maar ook over grotere bedragen voor grotere woningen.
Spreker gelooft, dat de gemeente niet veel risico loopt als 85%
van de waarde van het onderpand verstrekt wordt indien deze
waarde 15.000.of minder beloopt en dat voor grotere woningen
van 15.000.a 25.000.de lening tot 80 van het bedrag blijft
beperkt.
Spreker kan de regeling van harte toejuichen omdat men zich op
deze wijze voordelig een woning kan verwerven. Naast de onder
houdskosten van de woningen betaalt men slechts een bedrag gelijk
aan de huur, zodat men zonder een te zware last eigenaar van een
huis kan worden. Daarbij komt nog dat men, doch alleen bij zelfbe-
woning, gedurende 10 jaren een jaarlijkse bijdrage van 2V2% van
de rijkspremie kan verkrijgen, waarmede kan worden afgelost.
Hij zegt voorstander te zijn van het dekken van risico's. Doch als
hier bedoeld wordt het dekken van het risico van de gehele som dan
kan spreker daarmede niet instemmen, aangezien het risico voor de
gemeente ieder jaar kleiner wordt. Spreker is voorstander voor de
verzekering van het toprisico, hetgeen volgens hem waarschijnlijk
ook wel bedoeld zal zijn.
Hij heeft gemeend een en ander naar voren te moeten brengen om
een lang debat te voorkomen.
De heer VAN DE NOORT zegt, dat hij bij de behandeling van de
gemeentebegroting 1952 heeft voorgesteld de bouw van arbeiders
woningen te stimuleren door b.v. nader onder het oog te zien het
bouwen van woningen in vrije tijd. De wethouder voelde hiervoor
niet veel, terwijl, volgens hem, de vakbonden er ook niet enthou
siast voor waren. Volgens spreker is het echter reeds jaren het stre
ven van de K.A.B., dat de arbeiders een eigen woning verwerven.
Verschillende gemeenten zijn Breda in deze reeds voorgegaan,
zoals Culemborg, Udenhout e.a. met zelfbouw in vrije tijd, terwijl
thans ook Tilburg, zij het in enige andere vorm als het thans voor
ons liggend prae-advies, de mogelijkheid openstelt, dat de arbeiders
en kleine zelfstandigen op een aannemelijke wijze aan een woning
kunnen komen.
Er is veel belangstelling bij deze mensen, ook buiten de rijen van
de katholieken, voor het verkrijgen van een eigen woning. Spreker
zegt wel eens de opmerking gehoord te hebben, dat vele arbeiders
dan hier dan daar werken en bijgevolg geen eigen woning wensen.
Dit zijn er volgens spreker echter zeer weinigen. Zeer veel arbeiders
werken in de grote en kleine bedrijven in Breda. Vinden zij onver
hoopt elders werk, dan blijven nog velen ter plaatse wonen. Als
voorbeeld stelt spreker de bouwvakarbeiders, die door hun werkge
ver naar diverse plaatsen worden gezonden, zij denken er niet aan
zich elders te vestigen.
Door de voorgestelde regeling wordt het mogelijk gemaakt, dat
ook in onze stad de arbeiders en kleine zelfstandigen een eigen wo
ning kunnen verwerven, wat gezien de grote woningnood zeer zeker
is toe te juichen. Toch is het nog niet zo, dat alle arbeiders een
eigen woning zullen verkrijgen; zo gunstig staan de arbeiders er
niet voor, vooral niet de gezinnen met kleine kinderen. Spreker kan
zich volkomen met het voorstel verenigen.
De heer JONGBLOED zegt:
De P.v.d.A.-fractie heeft geen principiële bezwaren tegen het
voorstel. Zij heeft steeds meegewerkt aan besluiten die wegneming
van de woningnood konden bevorderen en is meermalen over bezwa
ren heengestapt.