K 112 29 APRIL 1953 vragen komen het aanvankelijk genoemde crediet lang niet voldoen- h de zal zijn en het is voor mij de vraag of het dan mogelijk is om z deze zaak gemeentelijk gefinancierd te krijgen. n h De heer TOXOPEUS is het met de heer Van de Noort eens, waar v deze zegt, dat er ook buiten de rijen der katholieken belangstelling h is om woningen in eigen bezit te verkrijgen. h Zoals de heer Jongbloed zegt, praevaleert het algemeen belang z boven dogma's en principes. Toch heeft spreker wel enige bezwaren tegen het voorstel. Op de eerste plaats ziet spreker het gevaar, dat de gemeente de particuliere hypotheekbanken concurrentie zal gaan O sj aandoen. Hij vraagt zich wel af of de gemeente in principe zo iets wel doen mag. Verder voorziet spreker het gevaar, dat de kleine man zich zal overkopen of overbouwen en de lasten niet zal kunnen js^blijven dragen. Verder kan spreker zich bij de door de heer Rattink naar voren gebrachte bezwaren aansluiten. Hij vraagt of met de in de regeling bedoelde „waarde van het onderpand" bedoeld wordt, de „bouwkosten". Het is toch immers zo, dat een huis als het er jaren staat in waarde vermindert. Hij wil gaarne een nadere toe- t lichting. Verder ziet spreker een baken in zee in de voorgestelde verzeke- 4 ring. De zakelijke zekerheid in de vorm van hypotheek is volgens tj spreker toch een verzekering par excellence. Hierop zal men toch i\j kunnen verhalen. Daarom doet de voorgestelde verzekering hem o vreemd aan. Bovendien legt de verzekering de bouwer of hypotheek- gever nog zwaardere lasten op. Burgemeester en Wethouders heb- T ben, volgens het prae-advies, toch wel de overtuiging, dat bij execu- teren de gemeente een verlies zal gaan lijden, tenzij met de waarde T de „taxatie-waarde" bedoeld wordt. Spreker wil terzake tot voorzichtigheid manen. Met te veel opti misme zou de gemeente wel eens de dupe kunnen worden. Spreker gelooft echter dat de /voordelon^wcl opwegen tegen de/ i door de heer Rattink aangehaalde nadclen/jteadat hij ei- wel vuui is om mede te werkci)# dat woningen eigendom worden van particu lieren/* Sprekers bezwaren/gaan in hoofdzaak tegen de zakelijke mogelijk heden van dit voorstel. De heer VAN KAMPEN zegt, dat zijn fractie geen principiële bezwaren tegen het voorstel heeft. Hij hoopt dat de door verschil lende sprekers naar voren gebrachte bezwaren kunnen worden overbrugd, opdat het voorstel zal kunnen worden aanvaard. De heer BRINKERHOF kan zich bij de woorden van de heer Kamphuis aansluiten. Ook hij heeft bezwaren tegen de korte geld lening van 10 jaar. Hij is bang, dat de gemeente dit niet zal kunnen volhouden. Ook de verzekering biedt volgens spreker vele moeilijkheden. Een gezin zonder verdienende kinderen zal zeer zeker geen verzekering kunnen sluiten. Hij vraagt de verzekering niet bindend te willen voorschrijven. Spreker deelt nog mede, dat met het door de heer Rattink in zijn betoog gebruikte woordje „wij" niet bedoeld is de gehele P.v.d.A.- fractie. Wethouder MEIJS merkt op, dat de heer Brinkerhof zich niet ongerust behoeft te maken. Het woordje „wij" van de heer Rattink kan zeer zeker als beleefdheidsvorm bedoeld zijn. Plet verwondert spreker, dat verschillende sprekers critiek op i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 112