29 APRIL 1953 117 wegzakken in de financiële zorgen. Er zijn huizenblokken aan de rand van een grote stad, waarvan de maatschappelijk werkster zegt, dat men er practisch huis aan huis 500.tot 2000.schuld heeft. Spreker wil hiermede zeggen, dat de gezinnen met niet verdie nende kinderen er zeer hard voor zitten. Hij is bang, dat het onder houd van de woning een sluitpost zal worden op het huishoudelijk budget. Spreker vindt de last van 11,75 per week voor een arbei dersgezin uitermate zwaar. De heer VAN DEN EEDEN meent dat, als een serieuze candidaat wil bouwen, hij gerust, als hij geen geld op de vrije markt kan krij gen, volgens deze gemeentelijke regeling het geld kan accepteren, zonder dat hij voor een al te zware last zal komen te zitten. Spreker is het met de heer Mol eens om het voorstel thans aan te nemen. Zou het nodig zijn, dat straks nog veranderingen in de rege ling worden getroffen, b.v. dat de looptijd van de lening van 10 op 15 of 20 jaar moet worden gesteld, dan kan dit altijd nog gebeuren. Thans moet er volgens spreker een beslissing genomen worden. De heer BRINKERHOF merkt op, dat hij iets moet rechtzetten met betrekking tot de woorden van de heer Rattink. De P.v.d.A.- fractie is ten aanzien van het voorliggend voorstel in twee groepen verdeeld. Met het woordje „wij" heeft de heer Rattink bedoeld de aanhangers van de groep waartoe hij behoort. De heer VERMEULEN vraagt hoe groot het rentepercentage is, dat de gemeente moet betalen voor een lening met een looptijd van 10 jaren. De heer VAN DE NOORT wil nog uitdrukkelijk onder de aan dacht brengen, dat de gezinnen die er werkelijk hard voorzitten er zeer zeker niet aan zullen denken om zelf te gaan bouwen. Wethouder MEIJS deelt, naar aanleiding van de opmerking van de heer Jongbloed, dat hij gezegd zou hebben, dat de gemeente het risico op de burgers wil afwentelen, mede, dat dit geenszins zijn be doeling is. Hij heeft een vergelijking willen maken om uit te laten komen, dat het niet verkeerd is, dat de gemeente 85% geeft, maar voordeliger uit is dan wanneer zij 100% zou geven. Hij wil daar mede niet zeggen, dat de gemeente het risico afwentelt, maar wel dat de gemeente het risico uitsluit. Dat de burgers zelf risico ne men is volgens spreker een vaststaand feit. De koopkracht wordt steeds minder. Na de oorlog van 19141918 was het bouwen ook zeer duur, doch daarna belangrijk goedkoper. Hoe dit in de toe komst zal zijn, weten wij natuurlijk niet. De heer Jongbloed is er bang voor, dat de bouwers te zwaar zul len worden belast. Spreker stelt uitdrukkelijk vast, dat iedere aan vrage individueel zal worden bekeken en dat nagegaan zal worden of de aanvrager de lasten welke hij op zich neemt, inderdaad zal kunnen dragen. De aanvragers zullen goed voorgelicht moeten wor den, omtrent de risico's die zij lopen. Spreker is het met de heer Jongbloed niet eens waar deze zegt, dat de regeling zich alleen moet beperken tot de ingezetenen. Ook toekomstige bewoners moeten volgens spreker een mogelijkheid om te bouwen hebben. Op een bepaald moment kan iemand geen inge zetene zijn doch straks in verband met werkzaamheden te Breda weer wel. Ook heeft hij er bezwaar tegen, dat een leeftijdsgrens voor de aanvrager gesteld zou moeten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 117