14 JANUARI 1953
11
van de stukken krijgt, alsmede of er een voorstel van Burgemeester
en Wethouders is te verwachten inzake de bestemming van het
voordelig saldo.
De heer STUBENROUCH zegt reeds bij de begrotingsbehandeling
over de eeuwfeesten uitvoerig te hebben gesproken. Hij verzoekt
het gemeentebestuur om aan het Stichtingsbestuur zijn dank over
te brengen voor de sublieme wijze waarop een en ander geregeld
en georganiseerd is.
Dat de Stichting de medewerking van de gemeentelijke diensten
heeft moeten betalen vindt spreker heel reëel, zodat hij de in het
verslag gemaakte opmerking „dat de stichting aan de Dienst van
Openbare Werken f 80.000.heeft moeten betalen, en dit aan het
belang van de samenwerking en de prettige sfeer waarin deze
plaats vond niets afdoet", als een grapje wil beschouwen.
Het verheugt spreker dat er zo ontzettend veel gedaan is aan de
culturele zijde van de feesten. Het ging niet alleen om de „lol"; de
feesten hadden werkelijk inhoud. Spreker geeft de burgerij van
Breda in overweging om bij voorkomende feesten juist aan de cul
turele zijde veel aandacht te besteden.
De heer KAMPHUIJS sluit zich bij de woorden van de heer
Stubenrouch aan. Destijds is hij tegenstander van de feesten ge
weest, maar hij geeft gaarne toe dat de feesten een succes zijn ge
worden. S'pr. merkt op, dat in het verslag niet gesproken wordt
over het openluchttheater. Destijds is door de Culturele Werkge
meenschap, in verband met de opheffing van het openluchttheater,
een rekening ingediend. Spreker vraagt of deze rekening nu niet
betaald kan worden.
Wethouder MEIJS zegt, dat het stuk geen eindafrekening van
de Stichting is. Het college meende echter reeds nu met een globaal
overzicht te moeten komen. Het duurt nog enige maanden vöo"dat
een definitieve afrekening opgesteld kan worden, omdat nog enige
zaken afgewikkeld moeten worden. De afrekening zal gecontroleerd
worden door de gemeente-accountant, ofschoon een door de heer
Jongbloed bedoelde commissie ook welkom is. Men zal echter nog
even geduld moeten hebben. De door de heer Kamphuys bedoelde
rekening zal volgens spreker wel ergens zweven. Hij vraagt of de
heer Kamphuijs deze rekening op een voor de gemeente voordelige
wijze weet te realiseren.
Spreker is het met de heer Stubenrouch volledig eens over diens
mening ten aanzien van de feesten. Hij wil gaarne de dank aan het
Stichtingsbestuur overbrengen.
De heer WEZENBEEK zegt bij de ingekomen stukken een aan
de raad gericht adres te missen van iemand die een recreatie
centrum wil stichten. In verband met het komende seizoen vraagt
hij op korte termijn aan het verzoek te voldoen.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij er zijn aandacht op zal
vestigen.
4. Antwoorden op gestelde vragen.
De heer VAN GILS dankt uit naam van de bewoners van de
Heusdenhoutsestraat voor de inwilliging van het verzoek.