29 APRIL 1953 127 1. I- lS n j- n d :e :e il id it o- Zr KOPPELAAR vraagt naar de mogelijkheid van regelmatige doorlichting van het gemeente-personeel. De heer VAN BIJNEN zou gaarne spoedig, in verband met de precaire financiële positie van de gemeente in het jaar 1953, een inzicht willen hebben van de stand van zaken over 1952. De heer VERSCHUREN zegt, dat in de binnenstad verschillende straten van een nieuw wegdek worden voorzien. In verband hier mede vraagt hij of het oude materiaal gebruikt kan worden voor de verharding van de Overaseweg en Rithsestraat. De toestand is daar op verschillende plaatsen erbarmelijk. De heer VAN DEN EEDEN is met het antwoord op de door hem gestelde vraag met betrekking tot de openbare dansgelegenheid niet tevreden. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat op een van de laatste Zondagen in één dansgelegenheid 5 personen min of meer onder invloed van sterke drank verkeerden, terwijl daarnaast nog 17 personen beneden de leeftijd van 18 jaar in de danszaal werden aangetroffen. Hij vraagt nogmaals met klem om scherper politietoe zicht in de openbare dansgelegenheden. De heer VAN DEN EEDEN vraagt of het waar is, dat op het sportterrein aan de Jacob Catssingel geen kleedlokaal geplaatst mag worden. De heer VAN DEN EEDEN vraagt naar de resultaten van de be sprekingen met de exploitant van het zwembad „Het Ei". De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat het werk aan de bevolkings registers door de tewerkgestelde hoofdarbeiders binnenkort afloopt. Hij zou gaarne zien, dat er bij de hoofden van diensten en bedrijven werd aangedrongen op de mogelijke plaatsing van deze werklozen. De heer VAN SWOL vraagt nogmaals hoe het staat met de aan stelling van het losse personeel bij de Dienst van Openbare Werken. Belanghebbenden hebben over deze aangelegenheid nog niets verno men. De heer VAN SWOL zegt, dat de rijwieltoelage afhankelijk is gesteld van de meetlat van een bepaalde ambtenaar. Op zo'n manier zijn de bijkomende kosten duurder dan de toelage zelf. Hij vraagt om de rijwieltoelage met terugwerkende kracht in te stellen. De heer JONGBLOED zegt gehoord te hebben, dat de Carnavals vereniging een subsidie van 1000.- is toegekend voor het zomer carnaval. Het aanvankelijk toegekende subsidie heeft blijkbaar een andere bestemming gekregen, zonder dat de Raad daarover geoor deeld heeft. Dit zal alsnog dienen te geschieden. De heer KAMPHUIJS is dankbaar voor het antwoord op zijn vraag over de moeilijkheden in het tehuis voor ouden van dagen „Maria Mediatrix". Het antwoord vindt hij echter eenzijdig opgesteld. De klachten van de bewoners zijn volgens hem inderdaad gegrond. Hij vraagt een commissie uit de raad te benoemen, die de aangele genheid kan onderzoeken. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering. De Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 127