20 MEI 1953 137 ren niet geheel ongegrond. Er is thans alleen schriftelijk overleg gepleegd met de bedrijfsunie. Spreker stelt voor het voorstel aan te houden, zodat Burgemeester en Wethouders de gelegenheid krijgen een bespreking te beleggen met de vertegenwoordigers van de be drijfsunie en die van de winkeliers. Hij Verwacht, dat dan een voor beide groepen bevredigend compromis zal worden gevonden. De heer VAN DEN EEDEN is het in grote trekken eens met de heer Rattink. Onder verwijzing naar hetgeen spreker in de raads vergadering van Augustus 1952 daaromtrent heeft gezegd, stelt hij opnieuw, dat zoveel mogelijk de Zondagsrust moet worden bevor derd. Gezien de feitelijke situatie is enige verruiming van de open stelling op de Zondag wenselijk te achten. Hij meent echter, dat in deze een overeenstemming behoort te bestaan tussen de winkeliers en de organisaties van het winkelpersoneel. Hij ondersteunt het voorstel om beide groepen voor een bespreking uit te nodigen en verwacht daarvan ook resultaat. De heer KRAMERS is het met de vorige sprekers niet eens. Wat het sluitingsuur tijdens de orangerie betreft, is het niet te verwach ten, dat de niet in het centrum gelegen winkels tot des nachts 12.00 uur open gehouden zullen worden. Ook is niet te verwachten dat dit wordt gedaan door de grote winkels, waarin veel personeel werk zaam is. Wat de openstelling op de Zondag betreft: het gaat hier om win kels waarin zeker voor 99% geen bedienend personeel werkzaam is. Ook spr. is er voor, dat de Zondagsrust wordt bevorderd, maar men dient er toch ook oog voor te hebben, dat het in de huidige tijd onmogelijk is alles (bijv. ook de horeca-bedrijven en de bioscopen) te sluiten. Hij ziet niet in, dat het onjuist zou zijn de snoepwinkels ge durende enige uren open te houden, zodat de ouders des Zondags nog een snoeperijtje voor de kinderen kunnen kopen. De heer BRINKERHOF sluit zich aan bij de heren Rattink en v. d. Eeden wat betreft het voorstel onder 9b. Hij zal zich blijven verzetten tegen de openstelling van een winkel op de Zondagen. De heer MINDERHOUD onderstreept alles wat gezegd is over de Zondagsrust. Naar zijn mening was men zo goed op weg nu sinds September de winkels gesloten bleven. Hij hoopte reeds, dat dit met tertijd aanleiding zou kunnen worden, dat de ontheffing welke voor bepaalde winkels in de kerkdorpen is gegeven, mettertijd zou kun nen worden ingetrokken. Het onderhavige voorstel breekt echter de goede ontwikkeling, die was ingezet, af. De heer WEZENBEEK wijst op de onbillijkheid, welke de huidige regeling heeft ten opzichte Van de sigarenwinkelier, omdat de horeca-bedrijven wel rookartikelen kunnen verkopen. Ofschoon hij de bezwaren tegen openstelling van winkels des Zondags graag onderschrijft, is het toch ook niet juist deze onbillijke toestand te continueren. De heer VAN GISBERGEN verwondert zich over de bezwaren die thans tegen de voorgestelde regeling van de zijde van de Partij van de Arbeid worden gemaakt. Enige tijd geleden ging de gehele raad ermede accoord de Vroeger bestaande toestand te handhaven waardoor nog meerdere winkels gedurende 4 uur des Zondags geopend waren. Spreker schaart zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 137