20 MEI 1953
143
De heer KAMPHUIJS kan onder de gegeven omstandigheden het
beginselbesluit, dat van de Raad wordt gevraagd, toejuichen. Het
zou erg aantrekkelijk zijn, wanneer dit historische gebouw aan de
gemeente kwam om daar een tentoonstellingsruimte in te richten.
Wel zou hij in overweging willen geVen terzake het gevoelen van
de Culturele Werkgemeenschap te vragen. Voorts zou hij nog gaarne
erover worden ingelicht, wat zal geschieden met de Protestantse
broeders, die eventueel in het huis aanwezig zijn.
De heer TOXOPEUS zegt eveneens voor het besluit te kunnen
zijn, dat Burgemeester en Wethouders van de Raad vragen. Voor
de oude mensen, die thans al jarenlang in dit huis zijn opgenomen,
is het wel een hard gelag. Spreker wil daarom het stichtingsbestuur
op het hart drukken goed voor deze mensen te zorgen.
De heer F. MOL merkt op, dat de inrichting van dit gebouw als
tentoonstellingsruimte nog wel heel wat kosten met zich zal bren
gen; zo zal dit een bijzondere zorg voor een goede verlichting eisen.
Wanneer de g'emeente een behoorlijk tentoonstellingsgebouw ver
krijgt zal dit van groot belang zijn voor de bevolking in het alge
meen en voor de jeugd in het bijzonder. Ook het vreemdelingen
verkeer zal er door worden bevorderd.
De VOORZITTER geeft hierop het woord aan de gemeente-secre
taris die de voorzitter is van het college van Regenten van het
Oude-Mannenhuis.
De SECRETARIS1 is erkentelijk voor de hem geboden gelegenheid
vragen te kunnen beantwoorden. Door meerdere raadsleden is de
positie van de broeders in het Oude-Mannenhuis ter sprake gebracht.
Deze mensen zijn door het college van regenten volledig over de
situatie ingelicht en spreker heeft de stellige indruk, dat zij thans
volkomen gerust de toekomst tegemoet zien. Hun is uitdrukkelijk
de verzekering gegeven, dat het college van regenten hen niet zal
loslaten. Elk van deze mensen zal persoonlijk vrijelijk mogen kiezen
waar hij naar toe wil. Hun is gezegd, dat door het college van re
genten niet op een cent min of meer zal worden gekeken. Indien
bepaalde mensen gaarne bij elkaar willen blijven, dan zal ook het
mogelijke gedaan worden om deze mensen bij elkaar te houden. Uit
gangspunt is wel een individuele keuze en niet een overplaatsing
en bloc. De ene protestantse broeder die aanwezig is, ziet hierdoor
ook tevens zijn eventuele bijzondere verlangens gewaarborgd. Aan
de mensen is wel zeer duidelijk gemaakt, dat het college van regen
ten zich verplicht weet voor hen te blijven zorgen tot aan hun dood.
Door de exploitatietekorten is het niet mogelijk de inrichting op
dezelfde voet voort te zetten als tot nu toe is geschied. De bedoe
ling Van het college van regenten is het vermogen in stand te
houden, zodat gezocht is naar een mogelijkheid om met de midde
len, die ten dienste staan, dezelfde soort mensen, zij het op andere
wijze, terzijde te staan voor het verkrijgen van een rustige oude
dag. Welke vorm uiteindelijk zal worden gekozen, is nog niet te
zeggen. Wel is gedacht aan de mogelijkheid de beschikking te krij
gen over een eigen vleugel in een later op te richten tehuis van
ouden van dagen in deze gemeente, doch dit alles is nog toekomst
muziek. In een dergelijk geval zou de plaatsing van mensen uiter
aard aan het bestuur Van deze stichting moeten worden overgela
ten. Het is ook duidelijk, dat nieuwe vormen voor dit werk gevon
den moeten worden: de huidige heeft nog steeds enigszins het ka-