14
14 JANUARI 1953
De heer TOXOPEUS zegt, dat de vorige keer het stuk is aange
houden op advies van de beplantingscommissie om te wachten tot
dat bekend is wat er precies met de straat gaat gebeuren. Nu is
dit bekend, doch er is geen nieuw advies van de commissie voor
de beplantingen.
De VOORZITTER merkt op, dat als de bomen blijven staan geen
beplantingsadvies nodig is.
De heer VAN GILS is een sterk voorstander voor het behoud van
de bomen. Er is toegezegd dat de raad gegevens zou krijgen van
de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst met betrek
king tot het aantal rheuma-gevallen in de Nassaustraat. Wegens
het uitblijven van deze gegevens heeft spreker zelf ter plaatse
een onderzoek ingesteld en één geval van rheuma geconstateerd.
Wethouder VAN HAPEREN zegt, dat de commissie van beplan
tingen destijds geadviseerd heeft de bomen te laten staan. Het col
lege van Burgemeester en Wethouders schrijft wel dat het tracé
van de straat bekend is, doch dit staat volgens spreker zo nog maar
niet vast. In de loop der tijden zijn wel meer tracé's gewijzigd. Hij
wil het voorstel niet met hand en tand verdedigen en laat de beslis
sing aan de raad over.
Hij verzoekt de voorzitter het voorstel in stemming te brengen.
Het voorstel wordt met 20 tegen 16 stemmen aangenomen.
Voor stemmen: de heren Van Houten, Brinkerhof, Van Gils,
Verschuren, Stubenrouch, Van Haperen, Romsom, Kamp-
huijs, Van Bijnen, Peeters, Meijs, F. Mol, De Roos, Van
Swol, Van Egeraat, Cosijn, Verhaak, Braakhuis, Biemans
en v. d. Eeden.
Tegen stemmen: Mevr. Slot-Plattel, Zr Koppelaar en de
heren Vermeulen, Rattink, Minderhoud, Kramers, Toxo-
peus, Van Kampen, Jongbloed, Drion, Wezenbeek, v. d.
Noort, Koertshuis, v. Gisbergen, Brekelmans en J. Mol.
13. Verbetering beplanting Julianalaan.
De heer VAN DEN EEDEN vraagt naar de mening van de com
missie van beplantingen waarom de haag moet worden gerooid, die
naar zijn oordeel nog mooi is.
De VOORZITTER merkt op, dat de commissie van beplantingen
met algemene stemmen voor het voorstel is.
Wethouder VAN HAPEREN zegt de mening van de heer v. d.
Eeden te kunnen begrijpen; de haag is inderdaad voor het oog een
sieraad. De haag, sluit echter het park geheel af; de bewoners van
de Julianalaan kunnen het park niet zien omdat dit lager ligt dan
de straat en de haag juist op de rand staat. Overigens zal de haag
toch over een of twee jaren weg moeten omdat er gaten in vallen,
terwijl bovendien achter de haag verstoppertje gespeeld wordt, met
alle gevolgen van dien.
Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig
het voorstel besloten.
14. Voorstel inzake de uitvoering van werkverruimingsobjecten.