174 17 JUNI 1953 niet vast, dat door een aanbesteding en masse de bouw goedkoper zal worden. Hij ziet echter de moeilijkheden om in de aanbesteding op korte termijn verandering te brengen. Over de delegatie zou hij nog gaarne worden ingelicht. Hij verzoekt om in de toekomst zoveel mogelijk kleinere aannemers in te schakelen. Gezien de mededeling van de wethouder wil hij de aanbesteding toch wel laten doorgaan. Wethouder VAN HOUTEN zegt niet te weten of er delegatie is. Hij meent echter van wel. Hij zal deze aangelegenheid bekijken en hij geeft de verzekering, dat iedere aannemer welkom is bij de te houden inschrijvingen. De heer BREKELMANS vraagt zich af of het gebruikelijk is, dat Burgemeester en Wethouders aanbesteden als woningbouwver enigingen de huizen bouwen. Wethouder VAN HOUTEN vindt het logisch, dat als de bouw verenigingen van mening zijn, dat er gebouwd moet worden, dat de gemeente aanbesteed. De gemeente heeft er belang bij, dat er goede woningen worden gebouwd. Ook voor de woningbouwvereni gingen zelf is het van het allergrootste belang, dat zij zo goed mo gelijk kunnen werken. Overleg met de deskundigen van de gemeente is dus alleszins vanzelfsprekend en vanwege de bouwkosten be grijpelijk. Bij de onderhavige aanbesteding ook om huurverschillen te voorkomen. De heer RATTINK zegt, dat er drie bouwverenigingen bij be trokken zijn van allerlei pluimage. Hoe het ook zij, volgens spreker moet alles gedaan worden om de arbeiderswoningen zo goedkoop mogelijk te doen zijn. De heer TOXOPEUS vraagt naar aanleiding van de opmerking van de heer Brekelmans of de gemeente al of niet aanbesteed. De heer VAN DEN EEDEN is het volkomen met de wethouder en de heer Rattink eens. In het onderhavige geval is de aanbeste ding door de bouwverenigingen in samenwerking met de gemeente alleszins gemotiveerd. In het algemeen oordeelt spreker het beter, dat de bouwverenigingen het zelf doen. Mej. Zr KOPPELAAR vraagt of bewezen is, dat de aanbesteding en masse goedkoper is dan de aanbesteding in percelen. De heer STUBENROUCH merkt op, dat de kwestie of het goed koper is en masse aan te besteden nog bewezen moet worden. Hij dringt erop aan, dat in de toekomst zowel en masse als in onder delen zal worden aanbesteed, opdat zodoende ook de kleinere aan nemers aan bod komen. De VOORZITTER stelt nog uitdrukkelijk vast, dat de huidige aanbesteding en masse alleen is gedaan om differentiatie in de huur prijzen te voorkomen. Na deze beraadslaging kan de raad er zich mede vereni gen dat de te houden aanbesteding doorgang vindt. De heer TOXOPEUS merkt op, dat aan de Leursebaan een ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 174