14 JANUARI 1953
17
De heer MINDERHOUD zegt, dat het de bedoeling is dat er een
gebouw gesticht wordt, derhalve geen kerk.
De Nederduitsch-Hervormde Gemeente te Princenhage heeft geen
geld om een kerk te bouwen. Het is derhalve een ruimte waar des
Zondags kerkdienst in gehouden wordt en welke in de week voor
andere doeleinden zal worden gebruikt.
De heer JONGBLOED merkt op, dat hij er destijds tegen was om
een lagere grondprijs voor de R.K. Kerk in het Heuvelkwartier
vast te stellen. Hij wil consequent zijn en nu ook de grondprijs
handhaven. Hij is echter wel bereid om het Kerkbestuur een bij
drage te verlenen in de stichtingskosten van het gebouw.
De heer TOXOPEUS sluit zich bij de heer Jongbloed aan. Ook
hij is tegen het Voorstel om de grondprijs te verlagen. Verder is
hij van mening, dat de overheid kerkenbouw niet moet subsidiëren.
Iets anders is het volgens spreker als het kerkelijk maatschappelijk
werk betreft.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat wat de grondprijs betreft
het duidelijk zal zijn, dat er van de zijde van Burgemeester en
Wethouders geen afwijkende voorstellen te verwachten zijn. Er wordt
vastgehouden aan de eenmaal vastgestelde grondprijs van f 14,50
per m2. Indertijd is de grondprijs voor de bouw van een R.K. kerk
lager gesteld; deze grondprijs is door Gedeputeerde Staten goedge
keurd. Thans moet men van het college niet verwachten, dat het
de grondprijs lager zal stellen, omdat anders geen sluitende exploi
tatie-rekening kan worden opgezet.
Wethouder MEIJS zegt over de toekenning van een subsidie thans
weinig te kunnen zeggen. Als er een verzoek om subsidie binnen
komt zal dit zeker in welwillende overweging worden genomen. Hij
meent echter, dat de subsidietoekenning los gezien moet worden
van het onderhavige voorstel.
De heer VAN KAMPEN merkt op, dat voor de bouw van een ka
tholieke kerk toch maar een lagere grondprijs is vastgesteld.
De heer VERMEULEN zegt, dat het college deze zaak op dezelfde
wijze behandeld heeft als destijds bij de verkoop van grond voor
de bouw van een R.K. Kerk. Het college heeft toen niet Voorgesteld
om een lagere grondprijs vast te stellen; de meerderheid van de
raad heeft daartoe staande de vergadering besloten. Hij is van
mening, dat de meerderheid van de raad thans zedelijk gebonden
is om een eventuele subsidie-aanvrage in te willigen.
De heer KAMPHUIJS zegt, dat destijds eerst een subsidie voor
de bouw van de R.K. Kerk werd toegekend en daarna op voorstel
van de raad tot grondprijsverlaging werd besloten.
Hij vindt het een billijkheid, dat de meerderheid van de raad
hetzelfde doet wat destijds voor de R.K. kerk is gedaan.
De heer STUBENROUCH dankt de heer Minderhoud voor zijn
mededeling en zegt, dat het hier dus geen keikgebouw maar meer
een verenigingsgebouw betreft, waar wel eens godsdienstoefeningen
in worden gehouden. Hij zegt toe, dat een subsidieaanvrage door
zijn fractie in welwillende overweging zal worden genomen.
De heer VAN EGERAAT zegt, dat in een R.K. Kerk dagelijks