182 15 JULI 1953 De VOORZITTER merkt met betrekking tot de beantwoording van de door de raadsleden gestelde vragen op, dat naar een betere werkwijze wordt gezocht en dat in een van de volgende raadsver gaderingen terzake een voorstel van Burgemeester en Wethouders is te verwachten. De heer WEZENBEEK zou gaarne nader worden ingelicht om trent „declaratie kasverschillen ad f 1993,15," vermeld in het con trole rapport van de gemeente-ontvanger over het le kwartaal 1953. Wethouder MEIJS antwoordt, dat de omschrijving van deze post verwarring kan wekken. Het betreft posten, die aan het Rijk ge declareerd zijn en tot heden toe nog niet zijn vergoed. Betrokken posten hebben tonnen belopen. De onderhavige post is nog een res tant waaromtrent nog geen zekerheid bestaat, dat zij door het Rijk zal worden vergoed. Voorlopig is deze post derhalve geboekt als declaratie kasverschillen. Met een verschil als zodanig heeft het niets te maken. De omschrijving van de post moet zijn „declaratie- verschillen". De heer MINDERHOUD zegt, dat hij in de raadsvergadering van 20 Mei j.l. gevraagd heeft om een kenteken aan te brengen aan de lantaarns die 's nachts worden gedoofd. Hij ziet nu, dat Vragen in de vergadering van Juni gesteld, reeds zijn beantwoord. Hij vraagt hoe het komt, dat zijn vraag nog niet is beantwoord. De VOORZITTER deelt mede, dat getracht wordt, de gestelde vragen in de eerstvolgende raad te beantwoorden, maar dat om be paalde redenen, o.a. in verband met een in te stellen onderzoek, niet altijd de hand aan deze werkwijze kan worden gehouden. Het is spreker niet bekend waarom de onderhavige vraag nog niet is be antwoord. 3. Onderzoek geloofsbrieven. De VOORZITTER deelt mede, dat de commissie van onderzoek der geloofsbrieven van de tot lid van de raad benoemde personen haar rapport heeft ingediend en alle geloofsbrieven heeft goedge keurd. Verder deelt spreker mede, dat Mr Hustinx te kennen heeft ge geven zijn raadslidmaatschap niet te zullen aanvaarden, in verband met zijn benoeming tot advocaat-generaal bij het Gerechtshof te Arnhem. Spreker wenst de heer Hustinx van harte geluk met zijn promo tie. De heer WEZENEEEK merkt op, dat de geloofsbrieven niet ter visie hebben gelegen. De VOORZITTER antwoordt, dat de geloofsbrieven ter onderzoek in handen zijn gesteld van een commissie en het mitsdien niet nodig geacht werd de stukken ter visie te leggen. Indien er prrjs op wordt gesteld, dat de geloofsbrieven alsnog ter visie worden gelegd, wil spreker dit wel tijdens de pauze van deze raadszitting doen. De heer WEZENBEEK gaat hiermede accoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 182