184
15 JULI 1953
De heer MOL vindt het jammer dat Burgemeester en Wethouders
zich neerleggen bij het besluit van Gedeputeerde Staten. Volgens
spreker komt nu een herhaling als destijds met het Heuvelkwartier.
Dit stadsgedeelte had ook geen contact met de stad. Men wilde daar
niet wonen omdat deze wijk afgelegen lag. Eerst nu wordt daar een
brug gebouwd. De tweede brug over de Wilhelminasingel is volgens
spreker het belangrijkste; deze brug mag nu niet gebouwd worden.
De eerste brug heeft alleen voorrang uit hoofde van de K.M.A.-con-
tracten. Hij vraagt of er een mogelijkheid is te vinden de brug als
nog gebouwd te krijgen. De brug is zeer belangrijk voor het locale
verkeer met de nieuwe wijk. Spreker wil zich niet bij het besluit
van Gedeputeerde Staten neerleggen en desnoods bij de Kroon in
beroep gaan.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat door de burgemeester en met
hem het volledige college van Gedeputeerde Staten meerdere malen
over deze aangelegenheid is geconfereerd. Alle mogelijkheden om
tot bouw te kunnen komen zijn door de burgemeester en hem naar
voren gebracht. Met moeite is er de Prinsenbrug doorgekomen.
Inderdaad kan de raad bij de Kroon in beroep gaan, doch dit vindt
spreker een gevaarlijk spelletje, ook daar zal zeer zeker het loodje
gelegd moeten worden, waarbij nog komt dat dan ook de bouw
van de Prinsenbrug op het spel kan staan.
De VOORZITTER deelt mede, dat mogelijk het volgend jaar, wan
neer de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeente wel
beter zal zijn, een nieuwe poging kan worden gewaagd om toestem
ming vöor de bouw van de brug te verkrijgen.
De heer BRINKERHOF steunt het voorstel van de heer F. Mol.
Gedeputeerde Staten hebben als motief gebruikt dat Breda noodlij
dend is. Van de andere kant hebben zij over het hoofd gezien, dat
straks voor de andere brug 46.000.meer zal moeten worden be
taald.
De heer BRAAKHUIS vraagt hoe het met de gunning van het
werk is gegaan nu er al een aanbesteding is gehouden. Naar alle
waarschijnlijkheid zijn er volgens spreker ook voorbereidende werk
zaamheden geweest voor de bouw van de tweede brug. Als de brug
inderdaad gegund is, zou spreker gaarne willen weten hoe het staat
met de schadeloosstelling van de aannemer.
Wethouder VAN HOUTEN zegt, dat, toen de raad het crediet van
600.000.had toegestaan, men direct met grondboringen is be
gonnen. Gezien het verzet van Gedeputeerde Staten is er terstond
met de aannemer overleg gepleegd. Intussen is uit de aanbesteding
gebleken, dat beide bruggen gelijktijdig gebouwd 560.000.zouden
kosten. De aannemer was onmiddellijk bereid om één brug te bou
wen, waarvoor de kosten werden geraamd op 300.000.De hele
zaak is normaal verlopen en de aannemer heeft geen enkele claim
op schadeloosstelling.
De heer VAN GILS betreurt het eveneens, dat Gedeputeerde Sta
ten geen toestemming' hebben gegeven voor de bouw van de Nassau-
brug. Spreker vraagt zich af of Gedeputeerde Staten van de urgentie
van deze brug op de hoogte zijn. Het verkeer over de Teteringsedijk
moet over deze brug geleid worden, hetgeen zeer noodzakelijk is
omdat het verkeer over de Teteringsedijk zeer intensief is. Enige