188
15 JULI 1953
De heer MINDERHOUD zegt bij de ter visie gelegde stukken
niet te hebben aangetroffen de uitgaande brief van B. en W. op
het verzoek van de Ned. Herv. Gemeente om uitstel van betaling.
Het heeft spreker verwonderd, dat volgens Burgemeester en
Wethouders, het subsidie niet is toegekend voor de grond maar
voor het gebouw. Destijds heeft spreker in de raad herhaaldelijk
te kennen gegeven dat hij, omdat geen verlaagde grondprijs kon
worden gegeven, op voorstel Van Burgemeester en Wethouders
subsidie voor de grond wilde vragen. Het is ook steeds zijn bedoe
ling geweest om subsidie voor de grondprijs te krijgen. De Kerk
voogdij heeft dan ook een dergelijk verzoek ingediend en nu komen
Burgemeester en Wethouders met de mededeling, dat het een sub
sidie is in de kosten voor het stichten van het gebouw. Spreker
Vraagt hoe de zaak nu eigenlijk zit.
Wethouder MEIJS zegt, dat hij de*stijds in de raad heeft mede
gedeeld, dat het subsidie niet gezien moet worden als een bijdrage
in de grondprijs, maar als een bijdrage in de stichtingskosten van
het gebouw. Te meer om toch zeker de schijn te vermijden, dat
door het subsidie de grondprijs omlaag zou worden gebracht.
Spreker gelooft, dat de heer Minderhoud het verkeerd voor heeft.
De heer MINDERHOUD deelt mede, dat hij altijd in de mening
heeft verkeerd, dat het subsidie bedoeld was voor de aankoop van
de grond. Spreker verzoekt de raad om thans nog eens vast te
stellen wat destijds bedoeld is met de toekenning van het subsidie.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders, ter
uitvoering van het raadsbesluit, in goede trouw aan de Kerk
voogdij hebben geschreven wat de bedoeling van de raad was. Als
Burgemeester en Wethouders het besluit van de raad verkeerd ge
ïnterpreteerd hebben, heeft de raad het goed recht om alsnog te
besluiten dat het subsidie verleend is voor de aankoop van de
grond.
De heer VERMEULEN vraagt de notulen te raadplegen. Daarin
ligt toch uitdrukkelijk vast wat de raad destijds heeft besloten.
De heer MINDERHOUD leest de betrokken passages voor uit
de notulen van 17 December 1952, 14 Januari 1953 en 11 Februari
1953 en stelt de raad voor alsnog uitdrukkelijk te verklaren, dat
het subsidie bedoeld is voor de aankoop van de grond.
Volgens de heer BRAAKHUIS blijkt duidelijk uit de notulen,
dat het subsidie bedoeld is voor de stichting van het gebouw.
De heer VAN KAMPEN is van mening, dat het subsidie des
tijds bedoeld was voor verlaging van de grondprijs.
De VOORZITTER zegt, dat ook hij van oordeel is dat het des
tijds genomen besluit tot toekenning van een subsidie los Van de
grondprijs moet worden gezien.
De heer VERMEULEN zegt, dat het de bedoeling was om bij
te dragen zoals ook was bijgedragen voor de bouw van de R.K.
Kerk in het Heuvelkwartier. Hij vraagt de heer Minderhoud of
de situatie feitelijk verandert als de raad er zich over uitspreekt of
het subsidie voor de grond of voor het gebouw wordt gegeven.