206 6 AUGUSTUS 1953 De heer VAN BIJNEN kan begrijpen, dat de door de secretaris genoemde motieven hebben geleid tot verlenging der feesten. Hier uit blijkt echter, dat deze geschied is ten behoeve van de vreemdelingen. Hieruit zou men de conclusie kunnen trekken, dat het niet nodig was om de burgers van Breda, die een passe partout bezitten, met een gulden extra te belasten. De heer JONGBLOED meent, dat de raad goed zal doen de me dewerking tot verlenging der feesten te geven. Anderzijds hoopt hij, dat het stichtingsbestuur, waarvoor ook spreker veel lof heeft, de opmerking in de raad gemaakt, ter harte zal nemen. In bijzon der late men aan de raad wat des raaas is. Daarna besluit^e raad overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Hierop sluit De Secret; RZITTER de vergadering. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 206