212 12 AUGUSTUS 1953 1. Vaststelling van de notulen van de vergadering van 15 Juli 1953. De heer WEZENBEEK merkt op, dat blijkens deze notulen, blz. 191, de heer Koertshuis in deze vergadering aan het woord zou zijn geweest, terwijl hij afwezig was. De VOORZITTER erkent, dat hier een vergissing is begaan. In- plaats van de heer Koertshuis zal wel gelezen moeten worden de heer Vermeulen. Waar deze thans niet ter vergadering aanwezig is, stelt hij voor hierover nog navraag te zullen doen bij de heer Vermeulen. Mocht ook deze bedoelde passage niet voor zijn rekening nemen, dan is het beter ze in haar geheel te schrappen. Met inachtneming van het door de Voorzitter voorge stelde worden de notulen vastgesteld en goedgekeurd. 2. Ingekomen stukken. De onder a t/m d in de agenda genoemde stukken worden in han den gesteld van Burgemeester en Wethouders voor het uitbrengen van een prae-advies. De onder e t/m h genoemde stukken worden voor kennisgeving aangenomen. 2 i. Berichten van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring van besluiten. Datum raadsbesluit: Agendanr.: 11 Februari 1953 11 29 April 1953 4 20 Mei 1953 19a 17 Juni 1953 24 17 Juni 1953 20 20 Mei 1953 17c 20 Mei 1953 17a Datum besluit Ged. Staten: 8 Juli 1953, G. nr. 53689H 8 Juli 1953, G. nr. 58792 22 Juli 1953, G. nr. 60107 22 Juli 1953, G. nr. 61909 8 Juli 1953, G. nr. 62227 29 Juli 1953, G. nr. 60115 15 Juli 1953, G. nr. 60116 Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen. 2 j. Het beantwoorden van door raadsleden gestelde vragen. De heer RATTINK kan zich met de voorgestelde werkwijze ver enigen, indien deze soepel wordt toegepast. Het komt voor, dat tijdens de discussie gestelde vragen schriftelijk worden beantwoord, als was de vraag bij de rondvraag gesteld. In een dergelijk geval lijkt het spreker echter juister, wanneer niet bij voorbaat een na dere bespreking in de raad wordt afgesneden. De heer VAN GISBERGEN meent, dat de periode van 2 dagen waarop het concept antwoord met de betrokken wethouder kan worden besproken, in sommige gevallen te kort kan zijn; b.v. bij uitstedigheid van de wethouder of van het betreffende raadslid. De VOORZITTER antwoordt, dat de raad verzekerd kan zijn van de soepele uitvoering van de gestelde richtlijn door Burge meester en Wethouders, maar hij meent ook anderzijds de mede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 212