12 AUGUSTUS 1953 217 publiek af te helpen. Het door de raad te nemen besluit zal uiter aard aan de Kroon ter goedkeuring moeten worden voorgelegd. Wethouder MEIJS kan de gedachten van de heer Mol zeer wel begrijpen. Het doet ook wel vreemd aan, dat iemand in zijn eigen bedrijf niet op een behoorlijke wijze zijn klanten kan afhelpen. Ook Burgemeester en Wethouders wisten reeds, dat de kappersbedien den geen bezwaar hebben tegen de door hun patroons verzochte regeling. In beginsel heeft het college dan ook geen bezwaar tegen het Voorstel, maar het meent, dat de Kroon een desbetreffende ge meentelijke verordening niet zal goedkeuren. Daarom is er voor het college geen reden het voorstel van de heer Mol over te nemen. Wanneer de raad anders besluit zal evenwel getracht worden, een gunstige beslissing van de Kroon uit te lokken. De heer MOL merkt op, dat hij uitvoerig is geweest, niet om de wethouder, maar om de raad te overtuigen. De heer JONGBLOED heeft zich oVer de verdediging van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zoals dit door de be>- trokken wethouder is gegeven, verwonderd: is de wethouder reeds over stag gegaan? Spreker ziet voor zich nog geen aanleiding om van het prae- advies, zoals Burgemeester en Wethouders dit schriftelijk hebben uitgebracht, af te wijken. De betreffende materie behoort volgens de Wet niet plaatselijk bij raadsVerordening, maar landelijk door Algemene Maatregel van Bestuur geregeld te worden. De moeilijk heden, die thans bestaan, zullen ook niet afdoende uit de weg wor den geruimd, omdat het naar sprekers mening weinig zal uitma ken, wanneer alleen de patroon een half uur langer kan werken. Naar aanleiding" van het voorstel merkt spreker nog terloops op, dat hij zich heeft gestoten aan een advertentie, een dezer dagen opgenomen in de Stem, waarin de slagers mededelen, dat zij krach tens gemeentelijke verordening in de komende week 3 dagen ge sloten moeten zijn. Naar zijn mening wekt dit een verkeerde voor stelling van de gang van zaken, nu de raad juist op verzoek van de organisaties hiertoe heeft besloten. De heer VAN DE NOORT vraagt of het de bedoeling is, om alleen de afhelptijd te verlengen. De VOORZITTER antwoordt, dat aan het verzoek alleen kan worden voldaan, door de sluitingstijd een half uur later te stellen. Hierop wordt het door de heer J. Mol gedane voorstel met 17 stemmen voor en 11 stemmen tegen aangenomen. Voor stemmen: Mej. Koppelaar en de heren Van Swol, Wezenbeek, Van de Noort, J. Mol, Brinkerhof, Van Gils, Meijs, Verschuren, Peeters, De Roos, Kramers, Biemans, Cosijn, Braakhuis, Van Gisbergen en F. Mol. Tegen stemmen: Mevr. Slot-Plattel en de heren Van Houten, Rattink, Van Haperen, Minderhoud, Kamphuijs, Van den Eeden, Jongbloed, Romsom, Van Kampen en Hus- tinx. 8. Overeenkomst met Bredase ziekenhuizen inzake verpleeg- kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 217