12 AUGUSTUS 1953 225 jaren heeft spreker herhaaldelijk hierop gewezen en gevraagd wan neer een rijwielvergoeding tot stand kwam. Spreker heeft niet willen zeggen, dat het gemeentebestuur achter is bij cfe voorzieningen voor het personeel. Ook het gebruik van rijwielen kan in het belang van de dienst zijn. Als spreker soms ziet wat de werklieden op hun fiets meene men, dan krijgt hij de indruk, dat ze een bakfiets berijden. Wanneer hij denkt aan de uitgestrektheid van de gemeente, dan schrikt hij van het aantal manuren, dat verloren zou gaan wanneer alles te voet zou moeten worden afgelegd. Spreker heeft geen bezwaren tegen de regeling zelve; het gaat hem slechts om het tijdstip van invoering daarvan. Het verzoek om tot de regeling te komen lag er reeds lang; hij acht het niet juist, dat de werklieden geen uitkering krijgen over de periode welke no dig is geweest om de regeling tot stand te brengen. Wethouder ROMSOM wil de opvatting van de heer Van Swol niet betwisten. Wel wil hij nogmaals uitdrukkelijk vaststellen, dat van de zijde van het personeel geen bezwaren zijn ingekomen, noch in de Commissie van Georganiseerd Overleg, noch in de medezeggen schapscommissies bij de diensten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop aangenomen met 23 tegen 6 stemmen. Voor stem men: Mevr. Slot-Plattel en de heren Van Houten, Rattink, Van Haperen, Van de Noort, Minderhoud, Kamphuijs, J. Mol, Meijs, Van den Eeden, Verschuren, Peeters, De Roos, Kramers, Biemans, Jongbloed, Cosijn, Braakhuis, Romsom, Van Kampen, Van Gisbergen, Hustinx en F. Mol. Tegen stemmen: Mej. Koppelaar en de heren Van Swol, Wezenbeek, Brinkerhof, Van Gils en Koertshuis. Rondvraag. De heer VAN GILS merkt op teleurgesteld te zijn door het van Burgemeester en Wethouders ontvangen antwoord op het verzoek van enkele raadsleden om de salarissen Van het gemeentepersoneel uit te betalen naar le klas norm. In dit antwoord wordt wel gesteld, dat binnenkort een regeling van rijkswege te verwachten is, doch de gehele geschiedenis van de gemeenteclassificatie doet de vrees ont staan, dat ook dit binnenkort wel van lange duur zal zijn. In andere gemeenten werd reeds besloten tot uitbetaling naar eerste klas norm. Spreker beveelt deze aangelegenheid nogmaals in de aan dacht van Burgemeester en Wethouders aan. De heer WEZENBEEK vestigt nogmaals de aandacht op de Voorzieningen, die hoognodig in de speeltuinen moeten worden aan gebracht. Zelfs de verversing van zand in de zandbakken heeft nog niet haar beslag gekregen, en dit terwijl de vacanties al begonnen zijn. De heer VAN GISBERGEN herinnert eraan, dat hij reeds in de vorige vergadering gewezen heeft op de slechte toestand van de brug tussen de Nieuwe Boschstraat en Teteringenstraat. Inmiddels is het trottoir ingezakt en daarna gerepareerd, echter op een slechte wijze. Een betere voorziening lijkt hem dringend gewenst. De heer MINDERHOUD vraagt om een betere straatverlichting

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 225