230
1 SEPTEMBER 1953
MANS, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. CO-
SIJN, C.v. d. EEDEN, N. W. C. VAN GISBERGEN, H. J. VAN
HOUTEN, G. F. HULSKRAMER, A. JONGBLOED, J. J. KAMP-
HUYS, G. J. KLOMPERS, J. A. KOOLS, D. J. A. KRAMERS, A.
KROON, A MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M.
MOL, P. F. G. NIEUWLAAT, F. P. VAN DE NOORT, Mr A. P. J.
H. QUAEDVLIEG, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, C. J.
A. SONDERMEIJER, Drs G. C. STUBENROUCH, Mr E. H. TOXO-
PEUS, Drs O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J.
VERSCHUREN, A. J. WEZENBEEK.
Voorzitter: de heer Mr Dr C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de heer Mr Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van
orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. Ingekomen stukken.
Het bericht van Gedeputeerde Staten, houdende dat de bezwaren,
ingediend tegen toelating van de heer Drs G. C. Stubenrouch als lid
van de Raad, ongegrond zijn verklaard, wordt voor kennisgeving
aangenomen.
2. Beëdiging en installatie van de leden van de raad.
Nadat door de VOORZITTER de formules van de zuiveringseed
en de ambtseed zijn voorgelezen leggen in zijn handen af de eed van
zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven in artikel 45 der ge
meentewet: Mevr. M. W. B. A. Van Mierlo-Mutsaers, Mevr. E. M.
Slot-Plattel, Mej, J. P. Koppelaar en Mej. D. M. J. 't Sas en de
heren Mr K. A. M. Bastiaansen, W. A. Bliek, W. C. A. M, van
Boxtel, J. D. F. Brinkerhof, J. M. van Bijnen, H. J. C. Cosijn,
C. van den Eeden, N. W. C. van Gisbergen, G. F. Hulskramer,
G. J. Klompers, J. A. Kools, D. J. A. Kramers, A. Kroon, A,
Mendes, J. A. Meijs, G. Minderhoud, F. H. M. Mol, P. F. C,
Nieuwlaat, F. P. van de Noort, Mr A. P. J. H. Quaedvlieg, A.
J. A. Rattink, A. P. Romsom, C. J. A. Sondermeijer, Drs G. C,
Stubenrouch, Mr E. H. Toxopeus, Drs O. G. E. M. Verhaak, J. F.
V. Vermeulen, J. Verschuren en A. J. Wezenbeek;
en de verklaring en de belofte van zuivering en de belofte van
trouw eveneens bedoeld in voornoemd artikel der gemeentewet:
de heren A. C. A. Brekelmans, H. J. van Houten, A. Jongbloed en
J. J. Kamphuijs
Na deze plechtige eedsaflegging of beloften verklaart de VOOR
ZITTER de raad als geïnstalleerd.
De VOORZITTER wenst de dames en heren leden van de raad
allereerst geluk nu zij door de aflegging van de zuiverings- en de
ambtseed volwaardig raadslid zijn geworden. Zij zijn gezuiverd van
eenzijdige persoonlijke belangen en eenzijdige persoonlijke verplich
tingen en zij zijn daardoor vrij komen te staan tegenover eenieder
en onschendbaar geworden volgens de Wet. Door de ambtseed zijn