234
1 SEPTEMBER 1953
len schenken, dat dit college nodig heeft om in het belang van de
gemeente te kunnen samenwerken.
4. Benoeming- van leden van diverse raadscommissies.
De heer MINDERHOUD herinnert er aan, dat reeds 2 jaar ge
leden verzocht is de Bouwcommissie uit te breiden met 1 persoon,
zodat de fracties van de V.V.D. en Prot. Christelijke groeppering
tezamen door een persoon uit hun midden hierin vertegenwoordigd
kunnen zijn. Toen is gezegd, dat te zijner tijd met deze wens reke
ning zou worden gehouden en spreker meent, dat deze tijd thans
is aangebroken.
De heer VAN BIJNEN zegt, dat de K.V.P.-fractie tegen het
uitbreiden van deze commissie geen bezwaren heeft en met de
suggestie van de heer Minderhoud kan instemmen.
De VOORZITTER vraagt zich af of thans tot deze uitbreiding
kan worden overgegaan of dat het beter is dit in een volgende ver
gadering van de raad aan de orde te stellen nadat hierover inter-
fractioneel overleg is gevoerd. Hij weet ook niet of het voldoen
aan dit verlangen mogelijk zal medebrengen een wens tot uitbrei
ding van andere commissies.
De heer TOXOPEUS acht het van grcot belang, dat thans in
deze kwestie zekerheid wordt verkregen, omdat de al of niet uit
breiding van de Bouwcommissie invloed kan hebben bij de verkie
zing voor de andere raadscommissies. Zijnerzijds kan hij stellen, dat
de uitbreiding alleen voor de Bouwcommissie wordt verzocht. Het
door de voorzitter bedoelde iriterfractioneel overleg is er feitelijk
al geweest.
Hierop besluit de Raad de Bouwcommissie met 1 man
uit te breiden.
a. Bouwcommissie:
Wethouder Meijs, sprekende als aanvoerder van de Katholieke
Dijst Meijs (zijn groepering heeft uiteraard nog geen nieuwe frac
tie-leider kunnen aanwijzen) merkt op, dat Mej. Koppelaar niet
candidate is gesteld Voor de Bouwcommissie, waarin zij vroeger
zitting heeft gehad. Sprekers fractie is bereid hiermede genoegen
te nemen, maar meent voor een andere commissie wel aan haar
candidatuur te moeten vasthouden. Wel stelt zijn fractie voor in-
plaats van mejuffrouw 't Sas candidaat te steilen Mevrouw Van
Mierlo. Zijn fractie vindt het van belang, dat een vrouw zitting
heeft in deze commissie, maar geeft daarbij dan de voorkeur aan
een gehuwde.
De heer VAN BIJNEN zegt, dat zijn fractie vasthoudt aan de
candidatuurstelling van Mejuffrouw 't Sas.
De heer VERMEULEN vraagt of Mevrouw Van Mierlo een can-
daatstelling aanvaardt.
Mevrouw VAN MIERLO-MUTSAERS' meent zich tegen een
candidaatstelling niet te moeten verzetten. Bij verkiezing zal zij
haar benoeming echter in nadere overweging houden.