16 SEPTEMBER 1953
249
laars benoemd tot leraar algemeen vormend onderwijs en de Weleer
waarde heer P. G. J. Theeuwes tot leraar Godsdienst.
12. Bouw conciërgewoning M.T.S.
Conform dit voorstel wordt besloten.
13. Kwijtschelding renteloos voorschot 7000.aan de Breti.
Concours Hippique Harddraverij- en Rcnvereniging.
De heer RATTINK zou gaarne willen vernemen hoe de exploitatie
uitkomsten van de laatste jaren geweest zijn.
Hij vraagt zich af of die zo waren, dat zelfs geen enkel klein
bedrag kon worden afgelost. Tevens wil hij gaarne vernemen, wat
de toekomstmogelijkheden van deze vereniging zijn.
De heer KRAMERS zegt, dat het voorschot destijds is verleend
om de renbaan te maken. De renbaan kan nu niet meer gehandhaafd
blijven. Het zou voor de vereniging een strop zijn, als zij nu toch de
baan, door de terugbetaling van het voorschot, zou moeten betalen.
Spreker vraagt zich af of het mogelijk is, dat de vereniging een be
scheiden huur over deze vijf jaren betaalt. Gezien de exploitatie-uit
komsten acht spreker dergelijke sportuitingen voor Breda niet zo
belangrijk; ook niet voor het vreemdelingenverkeer.
De hoer MINDERHOUD is het geheel met de heer Rattink eens.
Wethouder MEIJS zegt dat de vereniging geen exploitatie-over
schotten gehad heeft. De vereniging heeft wel eigen inkomsten Van
de leden, maar deze zijn geen enkel jaar voldoende geweest om iets
over te houden. Inderdaad zijn destijds de gelden gegeven om de
renbaan op te richten, deze heeft echter al meer gekost dan de ge
meente aan renteloos voorschot heeft gegeven. Men kan zeker zeg
gen, laat de verenigingen huur betalen. Men kan ook zeggen, geeft
alles wat ge in kas hebt aan de gemeente, ter aflossing van het
voorschot, terug. Maar het zal duidelijk zijn, dat, als alle centen uit
de kas Van de vereniging gehaald worden, het verder bestaan van de
vereniging onmogelijk wordt gemaakt.
Spreker geeft toe, dat er inderdaad niet veel vreemdelingen zijn
geweest, maar dat neemt niet weg, dat ieder concours toch altijd
nog deelnemers en bezoekers trekt. Hij stelt het wel op prijs, dat
de concours-hippique vereniging voor Breda behouden blijft. De
raad staat voor een voldongen feit; de vordering die de gemeente
Breda heeft is een wissel op een heel verre toekomst. Spreker wil
noch een huur noch een bepaald bedrag vragen voor de aflossing van
het renteloos voorschot.
Hij verzoekt de Raad het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders aan te nemen.
De VOORZITTER zegt, dat ook het college van Burgemeester en
Wethouders een en ander heeft overwogen. Streng de hand aan .de
verplichting houden betekent het einde van de vereniging. Daarbij
komt, dat de conjunctuur van de paardensport opleeft. Het is niet
onmogelijk, dat deze sport in de toekomst tot groter bloei zal komen.
Het zou jammer zijn, als deze vereniging opgeheven zou moeten
worden, want daarmede zal deze sport voor Breda voorgoed verloren
zijn.