250 16 SEPTEMBER 1953 De heer KRAMERS is het er wel mede eens, dat de vereniging moet blijven voortbestaan, doch hij vraagt zich af of het voorstel wel de juiste oplossing geeft. De gemeente heeft het geld voor de renbaan gegeven en de renbaan moet nu weg. Er is volgens spreker alles voor, dat de vereniging het nog in kas zijnde bedrag van 2000,aan de gemeente terugbetaalt Moet er weer een nieuwe renbaan komen, dan kan de gemeente de vereniging altijd nog helpen. Spreker wil echter zover niet gaan. Hij blijft bij zijn standpunt en hij wil er genoegen mede nemen, dat de vereniging een lage huurprijs zal betalen. De heer RATTINK zegt dat, als de conjunctuur van de paarden sport toeneemt, het helemaal verkeerd zou zijn om het bedrag kwijt te schelden. Als er gewacht wordt dan zal er zeer zeker nog een kans bestaan, dat er iets terug betaald wordt. Hij wil derhalve de zaak dan nog maar eens even aanzien. Hij zou wel gaarne willen zien, dat de jaarlijkse exploitatiereke ning ter inzage wordt gelegd. De heer BRINKERHOF voelt er niets voor de 7000,te schen ken. Hij zou het bestuur van de betrokken vereniging in overweging willen geven, eens in de leer te gaan bij de rijschool in Ginneken. Deze vereniging weet publiek te trekken. Twee jaar geleden is daar een wedstrijd geweest, waar zoveel publiek was, dat de politie er aan te pas moest komen om de zaak te regelen. Men moet de wed strijden zo organiseren, dat Jan Publiek er naar toe gaat. De heer JONGBLOED zou toch wel schoon schip willen maken. Men heeft hier te doen met een kikker zonder veren, die men nog een poot wil uittrekken. Bij een eventuele terugbetaling van de 2000,is de vereniging ten dode opgeschreven. Hij vindt een concours-hippique voor de stad wel nuttig en aantrekkelijk. Spreker acht het echter noodzakelijk, dat, indien de vereniging voor de twee de keer bij de gemeente zou aankloppen, dan voorzichtiger te werk zal moeten worden gegaan. Spreker vraagt de aandacht van Burge meester en Wethouders om in het algemeen sportevenementen van grote betekenis naar Breda te trekken. Hij vindt het daarom ge wenst, dat er een gemeentelijk sportpark wordt gesticht. De heer VAN GISBERGEN vraagt wie de schadevergoeding voor de renbaan gegeven heeft. De heer KLOMPERS' is het geheel met de heer Jongbloed eens. De heer KAMPHUIJS vindt het, in tegenstelling met zijn fractie voorzitter, altijd nog een groot bedrag om kwijt te schelden. Het concours-hippique is vóór de oorlog ook altijd een noodlijdende be weging geweest. Hij vindt het concours-hippique een sport voor de heren militairen, die het volgens spreker dan zelf maar moeten be talen. Jan Publiek heeft er geen interesse voor. Dat er op Wolfslaar meer belangstelling voor de paardensport is dan in Breda, komt omdat op Wolfslaar paardenrennen gehouden worden, terwijl in Breda concours-hippique gegeven wordt. Spreker is van oordeel, dat met 7000,veel nuttiger dingen gedaan kunnen worden. Wethouder MEIJS zegt reeds medegedeeld te hebben, dat ook de vereniging zelf voor de aanleg van de renbaan de nodige gelden heeft gegeven. Huur vragen voor het gebruik van de renbaan is niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 250