29 SEPTEMBER 1953
265
De heer JONGBLOED meent eveneens dat de heer Van Boxtei
do rollen heeft willen omdraaien. Het is toch steeds de goede ge
woonte geweest om als regel de door deskundigen opgestelde aan
beveling te volgen. Indien men dit doet, dan behoeft zulks geen
nader bewijs: echter juist wel, wanneer men van de aanbeveling wil
afwijken. Hij herhaalt zijn mening, dat geen enkel bewijs naar
voren is gebracht om een afwijking van de aanbeveling te recht
vaardigen, en dit laatste zou nodig zijn, indien men de curatoren
wil desavoueren. Spreker zou het betreuren, wanneer enkel van de
levensovertuiging van de candidaten de beslissing zou afhangen.
De Voorzitter sluit hierop de beraadslagingen.
Bij de gehouden stemming worden uitgebracht 14 stem
men op Dr B. J. De Jonge te Dordrecht en 20 stemmen op
Dr Th. H. Sluiter te Utrecht, zodat Dr Sluiter is benoemd.
De heer KAMPHUIJS constateert, dat er een politieke benoeming
heeft plaats gevonden.
3. Aankoop van grond in de Boeimeer van A. Backx.
4. Aankoop van grond in de
5. Aankoop van grond in de
6. Verhoging van een crediet
Boeimeer van Chr. Bastiaansen.
Boeimeer van A. en H. C. Nuiten.
onder tweede hypothecair verband.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
Rondvraag.
De heer WEZENBEEK vraagt de aandacht voor de Liesbosch-
laanBagvensestraat: ter plaatse zijn de trottoirs geheel overgroeid
en men treft er ook een vuilnishoop aan van de Rijkswaterstaat.
Kunnen hier geen maatregelen worden genomen.
Voorts herinnert spreker er aan, dat hij vorig jaar December
reeds gevraagd heeft naar een lichtpunt in de Rithsestraat: toen
werd medegedeeld, dat de werkzaamheden niet konden worden
uitgevoerd omdat de vorst in de grond zat. Intussen is er nog steeds
niets gedaan.
Wethouder VAN HOUTEN vraagt ter beantwoording van de
laatste opmerking of het de heer Wezenbeek niet meer bekend
is, dat de Raad in April of Mei voor een aantal straten en wegen een
verlichtingsplan heeft aangenomen, waarin ook de Rithsestraat
voorkwam, niet voor één, maar voor meer lichtpunten. Dit plan
wordt overeenkomstig het toen gestelde tijdschema afgewerkt.
De heer KRAMERS vestigt de aandacht op het plantsoentje
ZandberglaanEerste Muntstraat, waar een aardig beeldje staat.
De heg er om heen is echter zo hoog opgegroeid dat het uitzicht
voor het verkeer wordt belemmerd.
De heer BRINKERHOF vraagt of het de gemeente niet mogelijk
is de eigenaars te dwingen, dat zij voorkomen dat struiken en
bomen in hun tuin over de trottoirs hangen. Dit b.v. in verband
met de toestand in de Prins Hendrikstraat.