14 OCTOBER 275 7. Wijziging1 winkel sluitingsverordening. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 8. Bestemming van het Oude-Mannenhuis. De heer TOXOPEUS zegt gehoord te hebben dat Prof. Eschauzier, die opdracht heeft gekregen om te onderzoeken of het Oude-Mannen huis voor tentoonstellingsruimte geschikt is, destijds al opdracht heeft gekregen om het gebouw van ,,St. Joost" in de Ginnekenstraat te onderzoeken. Indien dit juist is vraagt hij zich af, waarom dit plan niet aangehouden is. Hij voelt er veel voor om het Oude-Man nenhuis deze bestemming te geven, doch hij heeft horen vertellen dat de zalen voor het houden van schilderijententoonstellingen veel te smal zijn. Hiervoor moeten de zalen 6 m breed zijn. Monumenten zorg bemoeit zich niet met de binnenzijde van het gebouw, zodat hij wel gaarne zou zien dat met zijn opmerking rekening zou gehouden worden. Wellicht kunnen de zalen van binnenuit verbouwd worden. Met betrekking tot de ligging van het gebouw ten opzichte van het verkeer deelt spreker mede, dat hij zich daarover, gezien de uiteen zetting van de Directeur van Openbare Werken die aan deze raads zitting vooraf is gegaan, geen zorgen behoeft te maken. De heer QUAEDVLIEG verklaart zich namens de fractie accoord met het voorstel. De cultuur is langzamerhand een overheidszorg geworden. De VOORZITTER zegt dat inderdaad aan de heer Eschauzier is verzocht te bekijken of het gebouwtje van „St. Joost" geschikt zou zijn te maken voor tentoonstellingsruimten. Dit was in het begin van zijn ambtsperiode. Bij het schetsplan kwam al direct naar vo ren dat dit gebouwtje niet acceptabel was. Het Oude-Mannenhuis was direct voor het beoogde doel al beter geschikt. Daarom heeft het college van Burgemeester en Wethouders het oude plan direct laten varen. Het Oude-Mannenhuis heeft in het verkeersplan een uitermate gunstige ligging. Wat betreft de opmerking van de heer Toxopeus over de breedte van de zalen deelt spreker mede, dat deze aangelegenheid gerust overgelaten kan worden aan de heer Eschauzier die ter zake uiter mate deskundig is. Hij is de rijksdeskundige voor deze aangelegen heden. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Subsidie-aanvrage van de Bond van Mobilisatie-Invaliden en de Stichting „De Nederlandse Soldaat". Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 10. Vervallen. 11. Voorbereidende maatregelen ten behoeve van de bouw ener openluchtschool. De heer BLIEK zegt dat hij in de stukken gelezen heeft dat de op te richten openluchtschool bestemd zal zijn voor een aantal van 150 a 200 kinderen. Hij vindt het jammer dat het voor de niet- katholieke kinderen uitgesloten is om deze school te bezoeken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 275