276 14 OCTOBER De heer JONGBLOED zegt dat het onderhavige voorstel een uit vloeisel is van de indertijd door de raad genomen besluit. Toen is verzocht de mogelijkheid onder het oog te zien of ook de niet-katho- lieke kinderen van de school gebruik zouden kunnen maken. De zaak ligt nu anders dan twee jaar geleden. Omdat het aanvankelijk opgezette plan geen doorgang kan vinden, moet de gemeente nu de school bouwen, waarna de gemeente de grond en het gebouw in bruikleen geeft aan de Stichting. De thans gevolgde methode wordt door de lager-onderwijswet niet uitgesloten. Nu de gemeente de school bouwt, vraagt spreker zich af of het mogelijk is dat naast de lokalen die voor de Stichting bestemd zijn nog een of twee lo kalen kunnen worden gebouwd voor het openbaar- of protestant- christelijk onderwijs. Gezamenlijk kan dan Van de verdere accomo- datie van het gebouw, zoals van keuken e.d. gebruik worden ge maakt. Dit is de meest economische oplossing, waardoor de gehele openluchtschool dienstbaar kan worden gemaakt voor kinderen van alle gezindten. De heer VERHAAK zegt dat men van hem niet moet verwachten, dat hij tegen het voorstel is. Hij is er echter nog niet van overtuigd dat er alleen een bijzondere school voor astmatische kinderen nodig is. De heer MINDERHOUD sluit zich geheel aan bij de woorden van de heer Jongbloed. Hij meent, dat er indertijd is toegezegd, dat met de verlangens van de minderheid in de raad rekening zal worden gehouden. Wethouder STUBENROUCH zegt dat inderdaad deze kwestie de raad al heeft bezig gehouden. Indertijd heeft de heer Jongbloed gewezen op het feit dat alleen katholieke kinderen de school zullen kunnen gaan bezoeken. Spreker meent dat het toen zo gesteld is dat Burgemeester en Wethouders bij de Stichting zullen bemiddelen om de suggestie in de raad gedaan, verwezenlijkt te krijgen. Verder merkt hij op, dat het reeds bij verschillende takken van onderwijs verplicht is om ook niet-katholieke leerlingen op de school toe te laten. Er bestaat volgens spreker alle aanleiding toe om de naar voren gebrachte opmerkingen ter dege te overwegen. De heer JONGBLOED vraagt of de raad terzake nog wordt ge rapporteerd. Wethouder STUBENROUCH zegt dit toe. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Vergoeding ex art. lllbis der L.O. Wet over het jaar 1951. 13. Verzoeken ex art. 72 der L.O. Wet. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 14. Plaatsing kapconstructie op de lagere jongensschool aan de Dr Struyckenstraat. De heer BLIEK vraagt zich af of deze uitgave wel verantwoord is. Hij vindt de afwezigheid van de kap niet bepaald storend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 276