11 NOVEMBER 1953
299
den. Spreker zou deze leden willen wijzen naar wat de Bijbel leert:
,,Wat gij aan de minsten der mijnen doet, hebt gij aan Mij gedaan".
En het betreft hier werk voor de minst-bedeelden.
Door deze mensen te verwijzen naar armenzorg, gelijk het prae-
advies van de meerderheid van burgemeester en wethouders dit
voorstelt, zou men kunnen opmaken dat die meerderheid geen kennis
heeft genomen van hetgeen Humanitas bedoelt te zijn. Het college
van burgemeester en wethouders meent toch niet dat de mens alleen
van brood leeft?
Spreker tracht zelf te behoren tot een godsdienstige gemeen
schap. Hij is er zich van bewust dat er aan elk mens fouten kleven,
dat niemand volmaakt is, maar wel moet iedereen alles in het werk
stellen om te trachten te zorgen, dat die fouten zo klein mogelijk
blijven. Spreker leeft voor zich in cle overtuiging dat met het werk
van Humanitas gehandeld wordt in de geest van de hemelse Vader.
Dit moge ook blijken uit het feit dat de Synode van de Hervormde
Kerk er niet tegen op komt om dit werk te steunen.
De heer KAMPHUYS is het niet eens met de heer Kroon waar
deze tracht te suggereren dat het hier gaat om de strijd tussen ge
loof en ongeloof. Spreker meent hiertegen te moeten opkomen,
waarbij hij moge opmerken, dat ook hij tracht geloof te belijden.
Al is hij ervan overtuigd dat het christelijk maatschappelijk werk
bereid is iedereen te helpen, dan betekent dit nog niet dat het af
zonderlijk werk van de buitenkerkelijke mensen geen bestaansrecht
heeft.
Ook spreker vraagt zich af waartoe de discussies in de raad die
nen als alles al bij voorbaat is beslist.
Wethouder VAN HOUTEN wijst er op dat hij heeft geconstateerd
dat er twee soorten katholieken zijn, namelijk de katholieken ge
organiseerd in de K.V.P. en andere katholieken die daar buiten
staan en die bereid zijn om mee te werken aan subsidies voor Hu
manitas, zonder dat zij daardoor accoord gaan met de beginselen
van het Humanistisch Verbond.
De heer QUAEDVLIEG zegt niet te willen ingaan op de door
enkele raadsleden gemaakte opmerking omtrent de organisatie van
de K.V.P.-fractie, omdat hij meent daardoor buiten de orde te gaan.
Te gelegener tijd zal hij op deze aangelegenheid terugkomen.
De heer JONGBLOED meent, dat men in gebreke is gebleven om
de uitlatingen van verschillende mensen, die hebben gesteld! dat
Humanitas niet anti-godsdienstig is, te ontzenuwen. Bij de beoorde
ling van Humanitas moet men uitgaan van haar statuten en van
het werk dat zij doet. Spreker acht het onjuist dat men zich vast
bijt aan bepaalde uitlatingen van enkele leden van het Humanistisch
Verbond. Ook van andere zijde gebeurt er wel eens iets dat minder
juist is, maar d'at doet aan de zaak eigenlijk niets af. Het is spreker
bekend dat de instelling, die de heer Kroon bedoelde, inderdaad
aan een-ieder hulp verleent, maar het gaat in deze zaak hierom
dat het niet overeenkomstig de democratie is wanneer alle mensen
alleen bij de confessionele instellingen terecht zouden kunnen. Het
gaat hier volgens spreker niet zozeer om de hoogte van het subsidie,
om het bedrag van f 500.dan wel om het principe van de sub
sidie-verlening zelve.
De VOORZITTER sluit hierop de discussies.