306
11 NOVEMBER 1953
deze zaak zoals door de heer Toxopeus en Jongbloed is bepleit.
Door hetgeen is geschied is het gymnasium in een impasse ge
komen. Spreker wil hierop niet terugkomen, al kan hij het bedan
ken van het college van curatoren volledig begrijpen. Nog in deze
vergadering heeft de wethouder van onderwijs gezegd dat het ver
standig was de voordracht tot een leraarsbenoeming aan de am
bachtsschool te volgen, omdat deze door de commissie van het nij
verheidsonderwijs naar best vermogen was opgesteld. Hetzelfde kan
echter gezegd worden van de aanbeveling welke destijds door het
curatorium was ingediend. Doordat de raad echter een andere be
slissing nam is men in een moeras terecht gekomen. Burgemeester
en Wethouders stellen zich voor een nieuw curatorium te benoemen,
maar spreker weet nog niet of daartoe geschikte personen gevon
den kunnen worden.
Ook naar sprekers oordeel is door de nieuwe situatie de moge
lijkheid tot een vergelijk geopend. Met weinig moeite en een goede
wil kan men komen tot een acceptabele oplossing voor het gymna
sium en de oude kwestie kan dan geruisloos uit de wereld worden
geholpen. Spreker doet een zeer dringend beroep op de raad het
belang van het gymnasium te dienen en naar zijn persoonlijk oor
deel zou de raad indien hij zou beslissen zoals Burgemeester en Wet
houders dit hebben voorgesteld kennelijk in deze niet de belangen
van het gymnasium willen behartigen.
De VOORZITTER vraagt de heer Vermeulen deze woorden te
willen terugnemen. Hij acht deze in strijd met de ambtseed welke
door de leden van de raad is afgelegd.
De heer VERMEULEN zegt bedoeld te hebben dat met een der
gelijke beslissing naar zijn mening het belang van het stedelijk gym
nasium niet kan worden gediend.
1 i j J I
De heer MINDERHOUD vraagt of het beslist niet doenlijk is de
voordracht die in September is behandeld thans opnieuw aan de
raad voor te leggen.
De heer SONDERMEIJER zegt dat de leden van zijn fractie en
hij hebben gewacht op een brief van de leden van het curatorium
dat zij op hun ontslagname zouden willen terugkomen, hetgeen
voor het curatorium niet zo moeilijk moet zijn geweest nadat bekend
was dat Dr Sluiter voor zijn benoeming had bedankt. Nu deze niet
gekomen is zou hij willen meegaan met het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders.
Wethouder STUBENROUCH wijst er nogmaals op dat Burge
meester en Wethouders tot tweemaal toe hebben getracht tot een
gesprek te komen met de curatoren hetgeen door dezen werd ge
weigerd. In deze situatie was voor Burgemeester en Wethouders
nog maar een mogelijkheid: dat namelijk de ontslagname moest
worden geaccepteerd en dat zou moeten worden overgegaan tot het
indienen aan de raad van een voorstel tot het benoemen van een
nieuw curatorium.
Spreker meent dat men hem niet het verwijt kan maken in deze
richting bepaalde contacten te hebben belegd; hij is van mening dat
hier met voortvarendheid moet worden gewerkt.
Spreker kan niet zeggen of de ministeriële goedkeuring op de