328 15 DECEMBER 1953 tussenstation. Moge dan echter het Valkenberg nog in zijn onge repte schoonheid aanwezig zijn! De heer RATTINK merkt op, dat het Valkenberg, in 1812 door Napoleon aan Breda geschonken, herhaaldelijk is betwist of aan leiding tot rumoer werd. Zo bv. ongeveer 50 jaar geleden, toen het gebouw van het Kantongerecht werd gesloopt en aan de Catha- rinastraat een ingang tot het park ontstond, welke thans zeer wordt gewaardeerd. Enkele jaren geleden v/aren de K.M.A.-contracten no dig om de gemeente in het ongestoord genot van het park te la ten. In de laatste jaren is er voor een bedrag van f 300.000.in dit park geinvesteerd. Spreker wil niet beweren, dat dit bedrag wegge gooid zou moeten heten, wanneer de geprojecteerde weg, welke thans zo een bijzondere belangstelling heeft gewekt, er zou komen: toch zou het nuttig effect van deze investering wel verminderen. Want van een verpozingspark (om dit pleonastisch woord te bezi gen) zou het dan worden een park, waar men enkel doorheen gaat. Door de geprojecteerde weg immers zou het moderne verkeer de sfeer en de rust van het park gaan verstoren. Een rustpunt in het centrum van de stad zou dan verdwijnen. Door de uitbreidingen van de Westzijde, en de expansie naar de Oostelijke zijde van de stad, zou het park nog meer centraal komen te liggen dan thans het ge val is, en daarom zou spreker juist dit rustpunt in het centrum willen behouden. De offers, enkele jaren geleden gebracht om het park te behouden en te maken tot hetgeen het nu is, worden door dit voorstel enigszins problematisch. Spreker kan wel begrijpen, dat los van hetgeen voorafging bij het College van Burgemeester en Wethouders het plan is ge rijpt om een weg door het Valkenberg te leggen, ter oplossing van het verkeersvraagstuk. De Cingel- en de Kraanstraat zullen van deze weg echter een noodzakelijk verlengstuk moeten vormen, ter wijl dan de vraag rijst: op welke wijze kan het probleem van de Haven worden opgelost. Voor een oordeel over dit gehele plan is een antwoord op deze laatste vraag noodzakelijk. Het motorvervoer plaatst een oude vestingstad als Breda voor grote* verkeersproblemen; thans, maar ook voor de toekomst; over een twintig jaar zal het verkeer over het algemeen verdubbeld en het motorVerkeer zelfs verdrievoudigd zijn. Wellicht zullen in een min of meer verwijderde toekomst bepaalde straten in de binnen stad voor het motorverkeer moeten worden afgesloten; daardoor zou de winkelstand de neiging vertonen om zich te verplaatsen naar de verkeersruimte. Om deze redenen kan spreker begrijpen dat naar een oplossing wordt gezocht om de verkeersring zo nauw mo gelijk om het oude stadscentrum te trekken. In het algemeen kan spreker zich met de plannen verenigen; ten aanzien van de weg door het Valkenberg is dit echter niet het geval. In feite gaat het hier om het opvangen van het verkeer uit de richting Tilburg. Dit verkeer komt, hetzij door het Brabantpark, en dan kan het over het Chasseeterrein gevoerd worden naar het Kloosterplein en Oude Vest, hetzij langs de Teteringse dijk en dan kan het via de singel en gasbrug geleid worden naar de Prinsenkade. Dat deze singels ook een secundaire rol in de stadsverbinding hebben acht spreker geen bezwaar omdat dit ook van de Verkeersring zelve gezegd kan worden. De kosten voor een dergelijke uitvoering zouden aanzienlijk minder zijn dan het Valkenberg-plan, terwijl het bovendien in de toekomst wellicht noodzakelijk zal worden dat de singels de bin nenste verkeersring voor het stadscentrum moeten gaan vormen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 328