330
15 DECEMBER 1953
van het plan de instemming van spreker heeft mede in verband met
de nodige stadssanering) het verkeer naar het centrum leidt.
De heer BASTIAANSEN is van oordeel dat de voorgestelde plan
nen voor de toekomst grote voordelen bieden voor de zaken in de
binnenstad. Spreker kan zich met deze plannen verenigen.
De heer MINDERHOUD merkt op dat hij, hoewel hij geen Breda-
naar is, toch al veertig jaar in deze stad woont en van Breda en
zijn Valkenberg is gaan houden. Spreker is ook geen autobezitter;
hij heeft een hekel aan velen die zich als automaniakken gedragen.
Toch is naar zijn mening de geprojecteerde weg door het Valken
berg een harde noodzaak om tot een goede oplossing van het ver
keersprobleem te komen. Spreker beveelt wel de suggestie aan
om de verkeersweg door het Valkenberg te laten zakken en voor
de voetgangers te overbruggen. Uiteraard is een verdere aansluiting
via Cingel- en Kraanstraat nodig om uit te komen op de (te dempen)
Haven. Spreker kan de plannen van Burgemeester en Wethouders
ondersteunen.
De heer SONDERMEIJER informeert of de v erkeerscommissie
over dit wegenplan is gehoord. Hij kan instemmen met de sprekers
die een weg langs het Valkenberg hebben bepleit. Hij is een tegen
stander van een verkeersweg door het park. Wanneer de Haven
hetzij gedempt is, hetzij voor het verkeer in orde is gemaakt, kan
een goede aansluiting tot stand worden gebracht met de achter
liggende brede straten welke in de regeling van het verkeer van
en naar de binnenstad betrokken kunnen worden. De weg door het
Valkenberg lijkt spreker niet beslist nodig voor deze verkeersrege
ling.
Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op dat steeds gesproken wordt
van een verkeersring; het is echter ook mogelijk er een verkeers-
hoefijzer van te maken. Wanneer op dit hoefijzer voldoende invals
wegen uitkomen kan het verkeersprobleem worden opgelost. In deze
aangelegenheid wordt steeds gesproken voor hen die met de auto
de binnenstad willen bereiken. Spreekster zou een lans willen bre
ken voor de gewone burger, die niet over een auto beschikt. Zij
hoopt dat deze gewone burger zich vrijelijk in de stad en in het
Valkenberg zal kunnen bewegen.
De heer BREKELMANS kan zich verenigen met de plannen voor
de doorbraak Kloosterplein naar Bouwerijstraat. Hij is echter een
tegenstander van de geprojecteerde weg door het Valkenberg. Het
is de bedoeling het verkeer naar het stadscentrum te leiden.
De daar gevestigde winkelstand blijft echter niet behouden door
een verkeersregeling maar door voldoende koopkracht en deze
laatste kan zich overal naar toe verplaatsen. Wanneer in het ver
leden, toen het verkeer een vrije toegang had tot de gehele binnen
stad, zich niettemin een gedeelte van het centrum heeft verplaatst,
dan toont zulks aan dat de geprojecteerde verkeersring zijn doel,
het behoud en het weder opleven van bepaalde gedeelten van de
binnenstad, niet zal kunnen bereiken. Spreker gelooft niet, dat door
dit plan van Burgemeester en Wethouders de Catharinastraat weer
een levend deel van het stadscentrum zal gaan uitmaken; nu het
kasteel niet meer door de Oranjes wordt bewoond en een heel an
dere bestemming heeft gekregen is, de betekenis van deze straat,