15 DECEMBER 1953
333
via Prinsenkade met het overig deel van de v'erkeersring wordt
verkregen.
De heer KAMPHUYS kan zich met het nader geformuleerde voor
stel verenigen. Voor hern is van groot belang, dat daarmede een sa
nering in de woningtoestand nabij de Bouwerijstraat wordt verkre
gen.
De VOORZITTER meent uitdrukkelijk te kunnen bestrijden, dat
het oostelijk gedeelte van de aanvankelijk aan de raad voorgestelde
plannen geen waarde op zich zou hebben. Wanneer het verkeer
vanuit de richting van het Brabantpark geleid is naar het Klooster
plein, kan het niet gevoerd worden over de Boschstraat. Deze straat
is reeds thans nauwelijks in staat de verkeersstroom te verwerken.
Het is inderdaad van groot belang, dat een nieuwe weg naar het
station wordt verkregen, terwijl overigens langs deze nieuw gepro
jecteerde weg betere toegangsmogelijkheden tot het stadscentrum
ontstaan.
Het college van Burgemeester en Wethouders heeft zich reeds
eerder uitvoerig beraden over de voorgestelde doorbraak bij de
Boschstraat. Stedebouwkundig is het niet mogelijk een verdedigbare
opzet te maken, waarbij het pand' van mevrouw Smits Van Waes-
berghe wordt gespaard, omdat het beslist moet worden afgeraden
een bajonetoversteek te maken over de Boschstraat. Spreker stelt
voor ook ten aanzien van dit onderdeel de voorgestelde rooilijnen
vast te stellen. Bij de preciese uitvoering van die voorschriften kan
ter zake nog nader worden gesproken. Spreker zegt toe bij de nadere
bestudering van het westelijk deel der plannen de in de raad gedane
suggesties in overweging te nemen.
Hierop besluit de raad het oostelijk gedeelte van de bij
zondere voorgevelrooilijnen voor BoschstraatValkenstraat
e.o., en de daarmede betrekking hebbende bebouwingsvoor
schriften en het besluit ex artikel 35 der woningwet vast
te stellen, met dien verstande dat de heer Toxopeus geacht
moet v/orden te hebben tegengestemd.
4a. Verbinelingspad door het Valkenberg, naar het Kasteelplein.
De heer KRAMERS vraagt of het betreffende crediet alleen be
trekking heeft op het fietspad.
De heer COSIJN informeert of het crediet, dat thans voor de ver
lichting is gevraagd, niet reeds gelijktijdig met een Vorig voorstel
aan de orde gesteld had kunnen worden.
De VOORZITTER beantwoordt de eerste vraag bevestigend. Naar
een coördinatie van de uitvoering van de riolerings- en verlichtings
werkzaamheden wordt bij voortduring gestreefd. Plet is echter niet
altijd mogelijk deze te bereiken.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
4b. Riolerings- en bestratingswerkzaamheden aan de L,oop-
schansstraat e.o.
4c. Bestrating van de Bouvignelaan en de Galderseweg.
5. Subsidie aan de Stichting voor Revalidatie in Noord-Brabant.