350
15 DECEMBER 1953
genomen die mij beving toen ik in de geleidebrief bij de aanbieding
van de begroting de nieuwe hypotheekregeling hemelhoog geprezen
zag. Bij de hoofdstuksgewijze behandeling zal mijn fractie nader in
gaan op verschillende punten, betrekking hebbende op de woning
voorziening en daarom wil ik bij deze algemene beschouwingen vol
staan met de aansporing aan het College van Burgemeester en Wet
houders om zich niet te laten afschrikken door theoretische beschou
wingen over de wenselijkheid van particuliere bouw en eigen wo-
ningbezit, maar een open oog te houden voor de werkelijke situatie,
welke het bouwen van meer arbeiderswoningen in de lagere huur-
klassen noodzakelijk maakt. Terecht zegt het College in de M. v. A.
dat dergelijke woningen alleen door de gemeente of de bouwver
enigingen gebouwd kunnen worden. Mogen Burgemeester en Wet
houders en de raad zich van hun taak in deze bewust blijven en
zich niet blind staren op het uitzicht dat de nieuwe hypotheekrege
ling opent, want bij een post van één millioen gulden zullen nog
slechts 100 gegadigden met een gemiddelde hypothecaire lening
van 10.000.- per woning geholpen kunnen worden, waarbij nog komt
dat een deel der aanvragers zich van buiten af in deze gemeente
wil vestigen en deze woningen dus geen bijdrage zijn in de voorzie
ning van de woningbehoefte. Het feit, dat niet minder dan 700 aan
staande echtparen als woningzoekende staan ingeschreven, dat van
de overige ruim 1600 en nog verscheidene reeds gehuwde jonge
mensen zijn en dat verreweg het grootste deel van de ingeschreve
nen niet zal kunnen profiteren van de hypotheekregeling, doet wo-
ningwetbouw een eerste vereiste zijn en blijven. Wanneer ooit zal
blijken dat woningwetbouw in het gedrang komt omdat een te groot
deel van het bouwvolume voor particuliere bouw is afgestaan, dan
zal de critiek van mijn fractie op het beleid van Burgemeester en
Wethouders niet mals zijn. Het zal mij benieuwen in de loop van
het debat de planning van de woningbouw voor het jaar 1954 te
vernemen, waaromtrent ik in mijn stukken tot mijn spijt geen cij
fers heb aangetroffen. Dit alles neemt niet weg dat ik respect heb
voor de durf en ondernemingsgeest van verschillende particuliere
bouwondernemers, die zoals b.v. de Fa. Eijkelenburg in het Heuvel
kwartier en anderen in het Boeimeer, in dit jaar een aantal wonin
gen hebben gebouwd, welke een aanwinst zijn. Ik wens hen daar
mee alle succes. Samen met de gemeente en de bouwverenigingen,
leveren zij een bijdrage voor de oplossing van het woningprobleem.
De onlangs verschenen circulaire van de Minister van Wederop
bouw en Volkshuisvesting met betrekking tot de huurverhoging
van nieuw gebouwde woningen is als een bom ingeslagen. Deze cir
culaire heeft geleid tot een interpellatie in de 2e Kamer. Ik wil niet
ontkennen, dat er niets zou moeten gebeuren met de woningen die
na de oorlog gebouwd zijn. De huurverhoging voor deze woningen
moet echter wel zo groot zijn als die van voor-oorlogse woningen.
Er moet een verhouding zijn tussen de huren van oude en nieuwe
complexen; het percentage moet echter juist vastgesteld worden.
Ik hoop en verwacht dat Burgemeester en Wethouders in deze dil-
ligent zullen zijn en dat zij trachten te voorkomen, dat de huurver
hogingen scheef zullen gaan worden.
Ook overigens valt in de particuliere sector bedrijvigheid te con
stateren. Met name dient te worden vermeld dat het Sanatorium
De Klokkenberg juist deze dagen bezig is om haar intrek te nemen
in het nieuwe gebouwencomplex aan de Galderseweg. De gemeente
heeft zich voor de vestiging in deze gemeente belangrijke offers
moeten getroosten, maar het geheel betekent ook een zodanige aan
winst dat het brengen van deze offers alleszins gemotiveerd is en