356
15 DECEMBER 1953
Swol een beroep voor zichzelf op de kiezers heeft gedaan. De laatste
met een op zichzelf niet onbelangrijk maar toch onvoldoende resul
taat en de groep Meijs met veel succes. Het zou een te goedkoop
argument zijn om uit deze onderlinge verdeeldheid in de K.V.P. te
concluderen dat hier het bewijs werd geleverd dat de K.V.P. geen
politieke eenheid is. De P.v.d.A. heeft daarvoor als doorbraakpartij
betere argumenten welke liggen in het economische en sociale vlak.
Hier waren het vrijwel uitsluitend persoonlijke verhoudingen die
tot splitsing hebben geleid, een verschijnsel dat zich bij de raads
verkiezingen in verscheidene katholieke gemeenten vertoont en op
zichzelf niet onbelangrijk is, maar niets bewijst ten aanzien van de
meerdere of mindere progressiviteit of van meer of minder con
servatisme bij vergelijking van de ene groep met de andere. Wel
echter hield deze onderlinge verdeeldheid ten dele althans, verband
met de klassenstrijd, die wij allang achter ons hebben gelaten, maar
waar de K.V.P. midden inzit. Wanneer van de zijde der K.V.P. dan
ook gezegd wordt, dat de Katholieke emancipatie nog niet ten volle
is bereikt dan is dit onjuist ten opzichte van haar plaats in de sa
menleving, maar wel juist ten opzichte van de ontwikkeling van
het maatschappelijk leven.
De P.v.d.A. kan met tevredenheid terugzien op de uitslag der
raadsverkiezing. Met de winst van één zetel, waarbij in aanmerking
is te nemen dat bij de raadsverkiezing andere factoren dan politieke
beginselen een rol spelen. De propaganda is over het geheel geno
men op een behoorlijke wijze gevoerd, wanneer ik daarbij niet al te
ernstig neem dat van prot. chr. zijde aan geloofsgenoten die een
raambiljet van de P.v.d.A. hadden, werd verzocht om dit te ver
vangen door een aanbeveling van de prot. chr. groep. De slag welke
aan de K.V.P. werd toegebracht, is erger aangekomen dan men in die
kringen verwacht had en daarbij is gebleken dat de K.V.P. geen
blok beton is waaraan niet valt te wrikken, al zijn de afgevallen
brokken ditmaal gebleven in het katholieke politieke kamp, terecht.
Ook het persoonlijk element,; zo is gebleken, kan bij de raadsverkie
zing een niet onbelangrijke rol spelen, want ik kan me althans niet
voorstellen dat de ulevellenrijmpjes waarmede de groep Meijs de
kiezers voor zich trachtte te winnen, veel invloed hebben gehad.
Dat de Prot. Chr. groep haar twee zetels zou behouden en dat de
V.V.D. er één zou winnen, lag geheel in de lijn der verwachtingen.
De doorbraak wint weliswaar ook veld in Prot. Chr. Groep, getuige
ook het feit dat belijdende lidmaten van de Herv. Kerk een raam
biljet van de P.v.d.A. hadden, zij is nog niet van zodanige betekenis
dat daaruit een verschuiving van zetels voortvloeit. Zij die geloven
haasten niet en wij zijn ons zeer goed bewust, dat de doorwerking
van onze beginselen een kwestie van een of meer generaties is. De
notabelen hebben voor het merendeel nog altijd voorkeur voor het
Liberalisme, belichaamd in de V.V.D. Zij is de enige politieke partij,
die naast of als men liever wil tegenover de P.v.d.A. staat
op grond van maatschappelijk inzicht, ongeacht levensbeschouwing.
In deze twee partijen vindt men de juiste scheidingslijn in de poli
tiek. Als niet confessionele partij behoren beide tot de linker zijde
in ons politiek bestel. De P.v.d.A. neemt een eigen plaats in, welke
verschilt met de V.V.D. Beide partijen staan bij economische pro
blemen lijnrecht tegenover elkaar. Daardoor komt het ook, dat de
V.V.D. geen zetel in het Ministerie heeft. Toch gebeurt het wel dat
beiden het roerend met elkaar eens zijn. In elk geval is het niet zo
als de tekenaar van de Bredase inktmoppen het doet voorkomen als
of de V.V.D. de slijpsteen draait waarop de P.v.d.A. haar degen
slijpt. Scherpslijperij is bovendien beide vreemd. Evenmin is het