362
15 DECEMBER 1953
lege sinds 1950 tot het inzicht is gekomen dat onze stad wel be
hoefte heeft aan meer parkeerruimte, hetgeen toen nog werd be
streden.
Wij vertrouwen dan ook dat uw College binnen korte tijd met een
voorstel zal komen om het indertijd aangenomen voorstel tot dem
ping van de Haven tot uitvoering te brengen.
De demping van de Haven is dringend nodig om de doorstroming
van het verkeer Noord-Zuid te verwezenlijken, om op het haven
terrein ruime parkeermogelijkheid te scheppen vlak bij het cen
trum en om leven te brengen in de thans bestaande dode hoek.
Dan mijnheer de voorzitter moet ik mijn teleurstelling er over
uitdrukken, dat Breda nog steeds niet in de eerste klasse van de
gemeente-classificatie gekomen is. Hiervoor zal met alle krachten
geijverd moeten worden.
Met genoegen heb ik vernomen dat Burgemeester en Wethouders
voornemens zijn in de toekomst, voor schattingen en aankopen, de
Centrale Commissie voor onteigeningsvergoedingen te Rotterdam,
in te schakelen voor de berekening van de schadevergoedingen
welke aan de eigenaren, eventueel de pachters, wordt vergoed voor
percelen welke de Gemeente nodig' heeft. Dit is naar mijn gevoelen
een stap in de goede lichting. Echter geef ik Burgemeester en Wet
houders in overweging, in de toekomst vooruit te zien, om tijdig
grond aan te kopen, waardoor de Gemeente over voldoende grond
voor uitbreiding kan beschikken.
Tenslotte Mijnheer de Voorzitter voel ik mij genoodzaakt, aan
het einde van mijn beschouwing, mijn dank uit te spreken voor het
vele en vaak moeilijke werk, verricht door U, Mijnheer de Voorzit
ter, alsmede de Wethouders en niet te vergeten de afgetreden Wet
houder van Haperen, de leden van de vorige Raad en ook de Hoof
den van Dienst van de verschillende bedrijven en derzelfder ambte
naren met inbegrip van politie en brandweer. U allen heeft alleen
het belang van de Gemeente Breda voor ogen gestaan. Dit is ook
hetgeen waar wij allen naar moeten streven. Die punten te vinden,
waarop samengewerkt kan worden door alle partijen, in het be
lang van de groei van onze mooie Gemeente en vriendelijke stad
Breda.
God moge ons daarvoor zijn zegen schenken.
De heer TOXOPEUS zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
De laatste verkiezingen hebben wel aanzienlijke wijzigingen ge
bracht in de samenstelling van de Raad: de K.V.P. verloor haar ab
solute meerderheid, zij het dat de Rooms Katholieke fracties teza
men die meerderheid wel haalden; de P.v.d.A. won een zetel, m.i.
niet als gevolg van enigerlei doorbraak, maar meer tengevolge van
de door de K.V.P. gevoerde politiek van schipperen. De V.V.D.
kwam voor de eerste maal als fractie in de Raad. Als nieuwelingen,
zij het dan niet alle voor de eerste maal, zagen we de leden van de
K.L.M. en de vertegenwoordiger van de K.N.P. optreden. De Pro
testant-Christelijke groep kwam, gewoonte getrouw, met twee
man terug. Of al die veranderingen ook een koerswijziging in het
bestuur tengevolge zullen hebben, valt nu nog niet met zekerheid
te voorspellen. Mogelijk zullen de begrotingsdebatten op dit stuk
inzicht verschaffen. In de vorige Raad waren de verhoudingen tus
sen de fracties goed. Er kon wel eens fel gevochten worden, maar
toch meestentijds sans rancune. Een pittige strijd houdt de fut erin.