15 DECEMBER 1953 365 rer gelegenheid. Op dit ogenblik wordt in Breda wel een en ander ge daan op dit terrein. Wordt er genoeg gedaan? Mijnheer de Voor tot zitter, het antwoord van uw College op de terzake gestelde vraag ist lijkt mij onvoldoende. Het staat geenszins vast, welke maatregelen ■dt een gemeente als Breda kan en mag nemen ter bevordering van en industrievestiging. Mag men werken met een grondpolitiek Welke faciliteiten moet en mag men verder verlenen? Moet reclame wor- >m den gemaakt? Bij vele steden zien wij borden staan betreffende iet de mogelijkheid tot industrievestiging. de Een raadscommissie zou ten deze algemene lijnen kunnen helpen bij ontwerpen. Dit is een zaak van koopmansbeleid. Met afwachten komt men er niet. De gemeenten moeten trachten elkaar industrieën jk. af te troggelen, zo heeft een Minister onlangs gezegd. Hij heeft ge- de lijk. Maar er zijn nog andere methoden dan die men met „aftrogge- iw len" kan bestempelen, om tot industrialisatie te geraken. Ik denk Us hierbij b.v. aan de reclame die andere gemeenten veelal maken. Uw ijk College wijst eigen activiteit „acquisitie" af. U freewheelt. Ten on- Ik rechte. Wie dat doet, gaat achteruit. Ik handhaaf daarom mijn voor- rel sel om een raadscommissie in te stellen tot advies en bijstand op Lg. dit zo belangrijke punt. ig, Ik meen dat Breda gelukkig is in het bezit van een rijk gevarieerd re aantal onderwijsinstellingen. Geen Bredanaar behoeft welhaast zijn ze kinderen naar elders te zenden om lager, middelbaar of voorberei- or dend hoger onderwijs, dan wel vakonderwijs, te genieten. De Raad a- is steeds geneigd geweest om op dit punt mede te werken het on- ig r derwijs zo goed mogelijk te doen zijn. :r- Ik hoop en vertrouw dat geen politieke of godsdienstige verschil- ■n. 'en hier ooit ten nadele van dat onderwijs mogen werken. Het on- et derwijs heeft de warm belangstelling van de V.V.D.-fractie. Die be- in langstelling geldt met name ook het openbaar onderwijs. Het ver- ■lf heugt ons dat het openbaar onderwijs hier ter stede de laatste tijd es verbetering heeft ondergaan. Aan het peil van het openbaar onder- ïg wijs kan men de stad kennen. Er moet goed onderwijs zijn voor hen, s- die nu eenmaal hun kinderen niet enigerlei bijzondere school wen- at sen te laten bezoeken. Gaarne zal ik nog eens vernemen van uw ip College hoe het thans staat met het aantal der leerlingen op open- gt bare scholen dat eigenlijk buitengewoon lager onderwijs zou moeten [k genieten. ts Die belangstelling voor het openbaar onderwijs verhindert aller- minst, dat de V.V.D. het bijzonder onderwijs zou steunen. Integen deel voor beide is een vaste plaats in ons onderwijssysteem, et Streven naar zo goed mogelijk onderwijs in goede, ruime, lichte ln i scholen is onze taak. ;n Het is verheugend dat asthmatische kinderen binnen afzienbare r- tijd hun onderwijs in de openlucht zullen kunnen genieten. Ik had a- het beter gevonden indien dit een openbare of neutrale bijzondere >n school ware geworden. Nu dat niet zo is, en een neutrale vereniging e- *J lot stichting en instandhouding van een zo bijzondere school is hier v'. niet te verwachten, vertrouw ik er op dat het betrokken schoolbe- p- stuur loyaal de verwachtingen omtrent het openstellen van die school ook voor niet Rooms Katholieke leerlingen in vervulling zal rij doen gaan. Ie Als het ware automatisch kom ik thans terecht bij de volksge- ,n zondheid. Scholen en schooljeugd vooral, vormen immers een he it langrijk arbeidsveld tot het stimuleren en in stand houden van een zo goed mogelijke gezondheidstoestand van de bevolking. School- ,n artsendienst en schooltandverzorging kunnen op dit gebied zeer goed i- werk verrichten. Wanneer al bezuinigd moet worden, zou het hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 365