15 DECEMBER 1953
371
mij eens en hij zeide, dat men niet mag verwachten, dat dergelijke
handelingen opzettelijk geschieden. Nu dat ben ik dan weer niet met
hem eens, want op ander terrein heb ik ervaren, dat men iemand,
door het geven van prachtige inlichtingen, eenvoudigweg heeft weg-
gerecommandeerd. Ik zou een andere methode willen zien toegepast
bij het benoemen van onderwijzend personeel. Men schift eerst de
sollicitanten en laat de uitverkorenen proefles geven, in tegenwoor
digheid van het betrokken schoolhoofd. Het liefst zou ik echter de
candidaten in hun eigen standplaats willen doen bezoeken dus
een overval doen, want het bezoek moet onverwachts zijn doch
ik meen, dat dit wel een wens zal blijven, die moeilijk uitvoerbaar
is. Evenwel lijkt het mij mogelijk de candidaat proefles te doen ge
ven aan een der scholen hier ter plaatse waar dan de vacature is
of komt en dit dan ten overstaan van een vaste commissie, die de
onderwijscommissie zou kunnen zijn, met het betrokken schoolhoofd.
Hierbij Mijnheer de Voorzitter wil ik het laten.
Gaarne wil ik nog mijn dank uitspreken voor de prettige wijze,
waarop de andere raadsfracties met ons in de raad willen samen
werken.
Ik spreek de hoop en het vertrouwen uit, dat de aangename sa
menwerking met het college van Burgemeester en Wethouders, de
andere raadsfracties en het gemeentepersoneel in 1954 bestendigd
zai blijven, opdat onder Gods zegen ons gezamenlijk werk tot
voorbeeld mag strekken van andere gemeenten en voor onze ge
meente de meest gunstige resultaten mag opleveren.
De heer KLOMPERS zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
Ik wil beginnen met aan het adres van de heer Jongbloed op te
merken dat het lijfblad van de K.N.P. is het blad „Onze Actie".
Verder vind ik het jammer te moeten constateren dat de voorzitter
van de K.V.P.-fractie dit lijfblad van de K.N.P. is te lijf gegaan,
omdat a.s. Donderdag het eerste contact wordt gelegd tussen de
K.N.P., de K.V.P. en de Katholieke Werkgemeenschap in de Partij
van de Arbeid.
Het zij mij vergund nog eens terug te komen op de door mij in
de eerste raadsvergadering van de nieuwe zittingsperiode afgelegde
verklaring. Dat ik deze verklaring aflegde was niet, omdat hier een,
zoals „Politiek Contact" van November 1953 suggereert, Don
Quichotachtige aanval op K.V.P.P.v.d.A. bedoeld was. Neen, Mijn-
lieer de Voorzitter, dit was alleen een met open vizier de andere
partijen tegemoet treden, zodat het voor de Raad duidelijk zou zijn,
wat men aan mij als vertegenwoordiger voor de K.N.P. had. Ik houd
nu eenmaal niet van achterbaks gedoe.
Ook kan ik deze verklaring met de beste wil niet voorbarig vin
den, daar deze plaats vond bij het begin van de Vijf jaren termijn
van de nieuwe raad. Of zou het beter zijn geweest mijn mederaads
leden in het ongewisse te laten, wat voor vlees men in de kuip had
en die verklaring veel later af te leggen Ik weet niet wie de schrij
ver van bovenaangehaalde zinsneden in Politiek Contact is. Ik houd
niet van anoniem geschrijf. Ik zou dan ook willen zeggen kom uit
je kooi man en durf te ondertekenen. Ook is het onwaar wat hij
of zij schrijft, dan ik zou gezegd hebben: nooit mijn stem te zullen
verlenen aan de combinatie K.V.P.P.v.d.A. Ik heb alleen gemoti
veerd waarom ik mijn stem niet zou kunnen geven aan candidaten
voor een wethouderszetel van een van beide genoemde partijen.