16 DECEMBER 1953
377
spr. niet tevreden is over de wijze waarop sommige leden van de
oude commissie hun taak hebben opgevat.
De heer JONGBLOED merkt op dat, als er aan de door Burge
meester en Wethouders voorgedragenen één wordt toegevoegd, er
één candidaat meer is dan er plaatsen te vervullen zijn. De com
missie is samengesteld uit verschillende groeperingen van de bevol
king. Hij vraagt in wiens plaats de nieuwe candidaat zal moeten
komen. Een en ander is niet in overeenstemming met de wet.
De VOORZITTER deelt mede, dat het hier geen wettelijke voor
schriften betreft, maar dat de betrokken Minister ter zake richt
lijnen heeft gegeven die niet dwingend zijn.
De heer JONGBLOED zou gaarne enige nadere inlichtingen heb
ben over de werkwijze van de door de heer Quaedvlieg bedoelde
commissieleden.
Burgemeester en Wethouders hebben het niet nodig geoordeeld om
nieuwe candidaten te stellen. De commissie moet niet gezien worden
als een partijencommissie. Er is b.v. geen enkel contact tussen het
commissielid Rattink en de P.v.d.A.-fractie. De heer Rattink zit in
de vorderingscommissie als „huurder".
De commissie is een scheidsgerecht tussen het Woningnoodbureau
en het college van Burgemeester en Wethouders. Aan deze commis
sie moet geen politieke samenstelling worden gegeven. Spreker
gaat accoord met het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Als de heer Quaedvlieg zijn candidaat handhaaft, heeft spr. daar
geen bezwaar tegen, mits de candidatuur van de leden een voor een
aan de orde wordt gesteld.
De heer QUAEDVLIEG zegt dat de heer Jongbloed heeft opge
merkt, dat het niet de gewoonte is dat er fractieleden in de com
missie zitting hebben. Dit is volgens spreker niet juist: ook in de
grote steden hebben fractieleden in de commissie zitting. Waarom
in Breda niet? Overigens is het mogelijk dat op de stembriefjes een
aantal namen wordt geschreven. Hij wil over deze zaak verder niet
in details treden.
De heer SONDERMEIJER ziet niet in waarom er verandering in
de samenstelling van de commissie moet komen. De commissie is
goed. Hij is het mitsdien volkomen met de heer Jongbloed eens.
De heer RATTINK zegt lid te zijn van de betrokken commissie.
Hij verzoekt de heer Quaedvlieg namen te noemen. Hij benadrukt,
dat de commissie geen fractie-vertegenwoordiging kent. Enige le
den zijn reeds vanaf 1947 lid en behoren tot geen enkele fractie.
Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op dat het een eerste vereiste
is dat in deze commissie terzake deskundigen zitting hebben. Men
moet lange tijd in de commissie zitting hebben voordat men de ma
terie beheerst. De huidige commissie heeft al jarenlange ervaring.
Het is niet raadzaam deze commissie, die weliswaar moeilijkheden
gehad heeft, maar nu geheel ingewerkt is, te wijzigen. Indien tot
stemming wordt overgegaan, verzoekt zij persoon voor persoon te
stemmen.
De heer QUAEDVLIEG verheugt er zich over steun van Mejuf
frouw Koppelaar te hebben ontvangen, die gezegd heeft dat er
moeilijkheden in de commissie geweest zijn.