382
16 DECEMBER 1953
vol. Hij vraagt mitsdien ook maatregelen te treffen nabij de oude
Trambrug.
De heer VAN DE NOORT vraagt of het de bedoeling is dat er
in het Heuvelkwartier een markt wordt georganiseerd en zo ja,
met ingang van wanneer.
Mej. KOPPELAAR vraagt:
1. pogingen in het werk te stellen om de buslijn van de B.B.A. naar
Princenhage 's avonds na half tien door te trekken naar het
Liesbos. Na half tien is er vanuit de stad geen enkele verbinding-
met het Liesbos.
2. verbetering te brengen in de straatverlichting van de Liesbos-
laan.
3. te bevorderen dat de raad diverse grote bedrijven in de gemeen
te kan bezoeken.
Wethouder MEIJS deelt, naar aanleiding van de destijds door de
heer Van den Eeden gemaakte opmerking met betrekking tot de col
portage van een lid van het Financieringsinstituut „de Baronie" in
Bergen op Zoom mede, dat deze zaak is onderzocht en dat het be
trokken lid reeds lang voordat de opmerking door de heer Van den
Eeden werd gemaakt, als deelnemer was geschorst.
Mevrouw VAN MIERLO vestigt de aandacht op de moeilijkheden
die de fietsers ondervinden bij de ingang van het Valkenberg nabij
de Willemstraat. De fietsers moeten over de verhoogde trottoirband
om het rijwielpad van het Valkenberg te bereiken; dit wordt meestal
niet gedaan, zodat zij buiten de witte lijn om op het rijwielpad ko
men. In verband hiermede vraagt zij öf de trottoirband te laten
verzinken öf de witte lijn meer om te leggen.
Wethouder MEIJS vraagt machtiging tot het aangaan van een
lening groot 300.000,voor 5 jaar fix tegen 2%% rente met Yg%
afsluitprovisie, alsmede om nog 700.000.te lenen tegen dezelfde
voorwaarden.
De raad kan zich hiermede verenigen.
Hierna wordt verder gegaan met de behandeling van de gemeen
te-begroting 1954.
De VOORZITTER zegt dankbaar te zijn voor de lof door de raad
gebracht aan het adres van het college van Burgemeester en Wet
houders. Nog meer dankbaar is hij echter voor de critiek die ge
bracht is, vooral waar die concreet en duidelijk is geweest. Speciaal
is hij de heer Toxopeus dankbaar. De heer Toxopeus heeft gespro
ken over de motorische kracht van het college, welke te gering zou
zijn; en dat de ambtelijke invloed op het college te groot zou zijn.
Om in de spreektrant van de heer Toxopeus te blijven merkt spreker
op, dat een motor uit cylinders bestaat; dit zouden de wethouders
kunnen zijn, waarvan de kwaliteit door de keuze van de raad wordt
bepaald. Verder vraagt spreker zich af of de positie van de burge
meester ten opzichte van Burgemeester en Wethouders soms de
brandstof voor de motor zou kunnen zijn? Dit is echter pedant en
gevaarlijk, waarbij nog komt dat brandstof opraakt. Of mogelijk
soms het koelwater; dat is echter te veel water en te weinig spiri
tueel. Ook heeft spreker zich afgevraagd, of de burgemeester soms
de verdeelkop van de motor is, die de arbeidsverdeling en de ont-