384 16 DECEMBER 1953 terwijl een meer nauwe vorm van samenwerking in de vorm van een detachering van een gespecialiseerd ambtenaar in het stadium van overleg verkeert. De grafieken van bevolkingsgroei, werkgelegen heid in de nijverheid, arbeidsmarkt en vestigingsproblemen worden nauwlettend en bij voortduring bestudeerd. Breda hoopt dat de maatregelen van de regering paal en perk zullen stellen aan de oneerlijke concurrentie tussen de gemeenten op het gebied van de industrievestiging, waardoor meer normale verhoudingen kunnen terugkeren. De nabijheid van Etten en Oosterhout als toekomstige industriecentra is volgens spreker alleen maar als een voorbeeld te zien. De industrialisatie mag niet gezien worden als een ge meentelijke aangelegenheid maar moet in wijder verband beschouwd worden. Het is een voordeel dat er naast de hoofdkern Breda ook krachtige nevenkernen op industriegebied zijn. Breda kan het ar- beidsoverschot uit die nevenkernen opnemen. Spreker deelt verder mede, dat het industriepian De Crogten tegen 1 Mei 1954 gereed is. De onteigeningstermijn loopt tot 1 Sep tember 1954, zodat het wel najaar 1954 zal worden alvorens met de opspuitwerkzaamheden kan worden begonnen. De grote werken zullen in 1954 voortgang vinden. De centrale riolering vordert goed. Het verzamelpunt daarvan staat thans wel degelijk vast, alleen de wijze van verwerken van de afvalstof fen nog niet. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft geen afwijzende houding tegen het wegpersen naar de grote rivie ren; dit plan blijft echter afhangen van de kanalen-kwestie in West- Brabant, zodat deze aangelegenheid in samenwerking met andere gemeenten en grote industrieën zal moeten worden opgelost. Aan het hoogspoorplan wordt momenteel serieus gewerkt. In de loop van het volgend jaar hoopt het college van Burgemeester en Wethouders meer concrete gegevens te kunnen bekend maken. Met betrekking tot de oprichting van een tweede ambachtsschool deelt spreker mede, dat deze aangelegenheid door Wethouder Stu- benrouch zal worden behandeld, doch hij merkt op dat het technisch onderwijs het kernpunt van de industrialisatie vormt. De heer Sondermeijer heeft geroerd in het langzaamaan tot rust gekomen water van de verkiezingswoelingen. Spreker deelt mede, dat politieke activiteit een hoofd van dienst in het ambtenarenre glement niet is verboden. Hier zijn geen maatregelen mogelijk. Voor wat de orde in het stemlokaal betreft wil spreker opmerken dat de handhaving van de orde in een stemlokaal door de kieswet wordt opgedragen aan de voorzitter van het stembureau. De kiezers kunnen in een stemlokaal blijven, voorzover de orde niet wordt ver stoord. De kiezers kunnen bij de voorzitter bezwaren inbrengen en deze doen opnemen in het proces-verbaal. Dit is op geen enkel stem bureau gebeurd. De politie kan alleen ingrijpen op vordering van de voorzitter. De heer Klompers heeft in zijn betoog lof gebracht aan de politie. Spreker is daar dankbaar voor, temeer omdat hij uit ervaring weet, dat het ook anders kan zijn. De heer Quaedvlieg heeft erkend dat het voor de politie moeilijk is om het ieder naar de zin te maken. De heer Jongbloed heeft gezegd, dat hij gaarne de persoonlijke visie van de burgemeester meer zou willen horen. Spreker merkt op, dat hij mogelijk wel te voorzichtig is, maar een nieuwe burge meester moet kunnen luisteren en observeren. Hij heeft meer be wondering voor weinige wel afgewogen woorden, dan voor het al te gemakkelijk uitvieren van een aangeboren welbespraaktheid, die bij raadsleden en burgemeesters vrij normaal genoemd kan worden. Spreker blijft van mening, dat in een grote raad verdeling van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 384