390 16 DECEMBER 1953 Wethouder STUBENROUCH merkt met betrekking tot de op merking van de heer Quaedvlieg inzake het nijverheidsonderwijs op, dat dit onderwijs de bottle-neck vormt van de industrie. Er wor den reeds besprekingen gehouden over de vraag welke vorm het nijverheidsonderwijs in Breda zal dienen te krijgen. Er is een grote lacune tussen het lager en het middelbaar nijverheidsonderwijs, de betreffende schakel moet nog gevormd worden; het uitgebreid lager nijverheidsonderwijs verkeert nog in een experimenteel stadium. Spreker deelt mede, dat het niet lang meer zal duren voordat ter zake concrete voorstellen zullen worden gedaan. Inzake de opmerking van de heer Jongbloed met betrekking tot de achterstand in de scholenbouw zegt spreker, dat hij de raad er kentelijk zal zijn indien hem de gelegenheid gegeven wordt om op de ingeslagen weg voort te gaan. Zo heeft de raad gisteren besloten om weer 2 scholen in het Heuvelkwartier bij te bouwen; terwijl verder met de bouw van de Jan Ligthartschool zal worden begon nen. Ten aanzien van de opmerking of het openbaar onderwijs bij spreker in goede handen is, deelt hij mede, dat hij vroeger als fractievoorzitter van de K.V.P. heeft samengewerkt met de heer Jongbloed; die samenwerking was allerprettigst. Hij heeft vertrou wen dat de opmerking als opbouwende critiek bedoeld is. Het wantrouwen van de fractie-voorzitter van de Partij van de Arbeid met betrekking tot de bestemming van het gebouw van de openbare school aan de Keizerstraat, waar momenteel de P.T.T. in is gehuisvest, noemt spreker zeer voorbarig. Hij merkt wel op, dat de voorzieningen aan de school Boschstraat voor de huisvesting van de openbare lagere school Keizerstraat indertijd vele duizenden guldens hebben gekost. Ten aanzien van de toelating van niet katholieke leerlingen tot de op te richten openluchtschool zegt spreker toe te zullen pro beren, voor zover dit in zijn vermogen ligt, de openluchtschool ook voor leerlingen van andere gezindten open te stellen. Het staat nog niet vast hoe de oprichting zich zal ontwikkelen, doch er zal naar een modus worden gezocht. Mogelijk is de school tot toelating zelfs verplicht. Hij wil gaarne de door zijn voorganger, de heer Meijs, uitgestippelde lijn volgen. Met betrekking tot de door de heer Toxopeus gestelde vraag in zake het intelligentiepeil van de kinderen van de school Middellaan, deelt spreker mede, dat de schoolartsendienst de kinderen regel matig onderzoekt en vaststelt welke kinderen eventueel buitenge woon lager onderwijs moeten volgen. Momenteel zijn er in de lagere leerjaren geen kinderen die b.l.o. moeten volgen. In de hogere klas sen enkelen; deze kinderen kunnen echter nu moeilijk meer uit het verband van hun klas worden gerukt. Het college van Burgemees ter en Wethouders is attent om de kinderen dat onderwijs te geven, dat zij kunnen volgen. De schooltandverzorging is in Mei 1953 met de werkzaamheden begonnen, de periode van 1 Mei tot 1 September moet gezien wor den als een aanlooptijd. In September 1953 is begonnen met het onderzoek van alle eerste klassen van de lagere scholen. Dit school jaar zullen derhalve alle eerste klassen en een gedeelte van de 2e klassen zijn onderzocht. De eerste cijfers zullen begin Februari be kend zijn. Spreker wil uitdrukkelijk vaststellen dat de schooltand verzorging in een zeer grote behoefte voorziet. Reeds 50% der kin deren is naar de tandarts verwezen. Over de cultuur kan spreker nog weinig concreets mededelen. Hij zegt dat er materiële voorzieningen in de stad en in diverse wijken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 390