392 16 DECEMBER 1953 king betekenis heeft, indien Breda in een hogere klasse bij de C.A.O.'s zou worden geplaatst. Hierop heeft de gemeente echter geen invloed. Het behoort tot het terrein van het georganiseerd bedrijfsleven. De vraag of Breda voor de Noodwet Ouderdomsvoor ziening in een hogere klasse kan worden geplaatst, zal nader wor den onderzocht. Met betrekking tot de krotopruiming deelt spreker mede, dat de terzake ingestelde commissie goed werk verricht. Het aantal krot woningen bedraagt momenteel 332. Dit jaar zijn er ongeveer een 50-tal opgeruimd. Getracht zal worden alle krotwoningen binnen 5 a 6 jaar op te ruimen. Het ligt in de bedoeling in 1954 zo moge lijk een honderdtal van deze woningen aan te kopen. Ten aanzien van het voorstel van de heer Klompers om een huur- toeslag te geven aam degenen die niet, of onvoldoende in staat zijn de huur van een nieuwe woning op te brengen deelt spreker mede, dat het de bedoeling van het gemeentebestuur is, de woningen aan te kopen en zo gauw mogelijk af te breken. Het overhevelen van de gezinnen brengt zijn moeilijkheden mede, welke aangelegenheid de volledige aandacht van het college van Burgemeester en Wet houders heeft. Zeer zeker kan de gemeente de taak hebben in de huur bij te dragen. De opmerking van de heer Jongbloed dat er meer woningen met een lagere huurwaarde moeten worden gebouwd kan spreker ten volle onderschrijven. De cijfers tonen aan dat er meer arbeiderswoningen moeten wor den gebouwd en minder middenstandswoningen. Het totaal aantal ingeschreven woningzoekenden bij het Woning noodbureau bedroeg per 15 October 1953 2320, terwijl per ultimo September 1952 er 2280 woningzoekenden stonden ingeschreven; er is derhalve een toename van 40. De 2320 ingeschrevenen bestonden uit 87 sociaal zwakke gezinnen, 1945 arbeiders en 288 middenstan ders. Het aantal ingeschreven woningzoekenden naar de te betalen huurwaarden bedroeg: van 4.a 5.414 (in 1952: 605) 5.— 6.— 706 682) 6.— 7.- 434 504) 7.— 8.— 358 159) 8.— 9.— 192 149) 9.— 10.- - 82 88) 10.en hoger 134 13) Uit alles blijkt derhalve duidelijk dat er woningen moeten worden gebouwd met een lagere huurklasse, zodat hiermede bij het bepalen van het bouwvolume zeer ^eker rekening zal moeten worden gehou den. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering. De Voorzitter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 392