396 16 DECEMBER 1953 verschillende hoofdstukken nog gelegenheid zijn nader in te gaan op bepaalde onderwerpen. Het heeft spreker verwonderd, dat de voorzitter van de K.V.P.- fractie gemeend heeft ten aanzien van de woningbouw de socialisa tie naar voren te moeten brengen. De woningwetbouw dateert reeds van het begin dezer eeuw en werd in het leven geroepen onder een liberaal bewind. Door de heer Klompers is voorts aangedrongen op bezuinigingen; spreker zou aan deze de vraag willen stellen, op welke wijze dat zou kunnen geschieden. Anderzijds heeft ook deze spreker nog bepaalde verlangens, die geld kosten. Uiteraard is nie mand tegen een verantwoorde belastingverlaging. Ook de Partij van de Arbeid wil daaraan graag medewerken; spreker meent, dat er dank verschuldigd is voor het sinds de oorlog gevoerde regerings beleid, hetwelk thans mogelijk maakt tot belastingverlaging over te gaan. In dit verband heeft de heer Klompers ook de subsidie-verlening ter sprake gebracht. Het onderzoek van de door de Raad ingestelde subsidiecommissie heeft echter aangetoond, dat geen algemeene lijnen zijn vast te stellen ten aanzien van het verstrekken van sub sidies en de hoogte daarvan. Wel zal steeds nagegaan moeten wor den, of het gemeentegeld goed gebruikt wordt. Al moge de werkloosheid thans niet meer de eerste vijand zijn, toch is spreker er niet gerust op, dat zulks niet opnieuw het geval kan worden. Hij meent, dat de bestrijding daarvan een voortdurende zorg zal moeten blijven voor de Raad en het college van Burgemees ter en Wethouders. Spreker is niet geheel tevreden gesteld met het antwoord, dat ge geven is in zake het niet heffen van de vermakelijkheidsbelasting tijdens de feesten Breda-Oranjestad. Spreker wil echter omtrent deze aangelegenheid het eindrapport van de stichting afwachten. Aangaande de gemeente-classificatie kan spreker opmerken, dat ook zijn fractie voorstander is van een indeling in een hogere klasse. Wel meent hij, dat deze aangelegenheid tot de taak van de regering behoort; de gemeente kan hier weinig aan doen. Het heeft spreker wel enigszins verwonderd, dat het gemeentebestuur blijkbaar een bepaald lid van de Eerste Kamer in de arm heeft genomen. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Minderhoud, moge spreker er op wijzen, dat ook bv. de Doopsgezinden niet de eed afleggen. Naar sprekers mening is het cachet van een Christe lijke politiek dikwijls de dekmantel geweest voor een liberaal be wind. Spreker meent zich niet te moeten mengen in de politieke strijd tussen de K.V.P. en de groepering-Meijs. De heer SONDERMEIJER dankt voor het van de Voorzitter ont vangen antwoord, in het bijzonder ten aanzien van de bestrijding van de werkloosheid in de gemeente. In zake het door spreker gewraakte optreden van een voorzitter van een der stembureaux, meent hij echter te moeten opmerken, dat het hierbij niet ging om een orde-verstoring in of buiten het stemlo kaal. Door de betreffende voorzitter waren de reclame-borden welke buiten het stembureau stonden, eigenhandig binnen het gebouw op geborgen. Deze voorzitter zou bang zijn geweest, dat de reclame-bor den zouden verregenen! Wat het mondeling overleg tussen de fractie's betreft, is het spre ker, van het eerste ogenblik dat hij als raadslid in de raadszaal verscheen, opgevallen, dat de K.V.P. een eigen wijze heeft om te trachten de andere fracties als het ware de wet op te leggen. Mis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 396