16 DECEMBER 1953 415 De heer VAN DEN EEDEN is tevreden gesteld omtrent het ant woord, gegeven inzake de medewerking van de gemeente en de wo ningwetverenigingen. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Brinkerhof verzoekt hij nogmaals bij de bouw van woningen rekening te doen houden met het groeiende gezin. De gemiddelde woningbezetting geeft omtrent de feitelijke samenstelling der ge zinnen nog geen exact beeld, omdat al is het gemiddelde 4,33 dit niet betekent, dat er niet een behoorlijk aantal grotere gezinnen zijn, die een voor hen passende woonruimte zullen moeten kunnen vinden. Mevrouw SLOT-PLATTEL stelt het ten zeerste op prijs, dat een vrouwelijk raadslid zitting heeft in de bouwcommissie. De huidige "samenstelling der commissie heeft haar vertrouwen. Zij hoopt, dat dit vrouwelijk lid ertoe zal kunnen bijdragen, dat de inrichting van de nieuw te bouwen woningen aan de te stellen eisen voldoet. Bij de rondgang, welke enige tijd geleden door het Heuvelkwartier is gehouden, is het spreekster opgevallen, dat sommige woningen wel zeer kleine ramen hebben. Ook aan de indeling van de woning moet de nodige aandacht worden besteed. Woningen met een keu ken-huiskamer acht spreekster niet meer van deze tijd. In een bepaald blok wordt de keuken-huiskamer thans in tweeën gesplitst, maar de nieuwe kamer is wel erg klein van afmeting. Zou aan deze woningen niet een keuken kunnen worden aangebouwd? Wethouder VAN HOUTEN acht het met mejuffrouw Koppelaar van groot belang, dat de huisvrouwen worden betrokken in de be studering van de vraagstukken, die met de woninginrichting samen hangen. Dit onderzoek dient echter op nationaal niveau te geschie den. Het is spreker bekend, dat de door mejuffrouw Koppelaar be doelde landelijke commissie is gevormd. Het ligt in de bedoeling, dat in het werk van deze commissie de plaatselijke afdelingen van de vrouwenorganisaties kunnen worden ingeschakeld. Daarom be staat er naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geen aanleiding toe in deze gemeente nog een afzonderlijke commissie in het leven te roepen. Het betreffende vraagstuk is niet eenvoudig. Indien men aan 25 vrouwen een advies zou vragen omtrent de inrichting van een wo ning, zou elk van hen andere wensen naar voren brengen. De prac- tijk bewijst zulks, o.a. bij de bouw van een 25-tal woningen, welke door de gemeente en particulieren zijn gebouwd. Naar het oordeel van het college moet bij de bouw van nieuwe woningen inderdaad ook rekening worden gehouden met de grotere gezinnen. Uiteraard zal hier de omvang van het gemeentelijk bouw volume van belang zijn. Met de woningbouwverenigingen zal om trent dit probleem contact worden gehouden. Men moet er wel re kening mede houden, dat een zeker opschuifsysteem in de bezetting der woningen nodig zal blijven. De verandering in de woningen met een keuken-woonkamer heeft sprekers aandacht; in bijzonder het probleem van de aan de ver andering verbonden kosten. Zo eenvoudig als mevrouw Slot-Plattel het stelde, is het echter niet. Mejuffrouw KOPPELAAR hoopt, dat spoedig de vrouwenorgani saties in deze gemeente zullen kunnen medewerken aan de door de wethouder bedoelde commissie. Niettemin zal mogelijk de mede werking van het gemeentebestuur nodig zijn om daartoe te geraken. Ook zal overleg met de directeur van Openbare Werken nodig kun-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1953 | | pagina 415