416
16 DECEMBER 1953
nen zijn. Spreekster hoopt, dat Burgemeester en Wethouders dan
alle medewerking zullen verlenen. Dat bij de huisvrouwen zoveel in
dividuele verlangens bestaan omtrent de inrichting van de woning,
behoeft geen verbazing te wekken. Zij meent juist, dat bij de bouw
van woningen al het mogelijke moet worden gedaan, dat deze indi
viduele verlangens kunnen worden gerealiseerd.
De heer SONDERMEXJER merkt op, dat de huisvrouw bijna haar
gehele leven in de woning is. Daarom kan men ook stellen, dat, in
dien de huisvrouw de woning niet prettig vindt, als regel het gehele
gezin met de woning niet tevreden is. Daarom zal het van belang
zijn, dat de adviezen van de huisvrouwen worden verzameld en
benut.
De heer BRINKERHOF spreekt de hoop uit, dat de landelijke
vrouwenorganisaties meer pressie zullen kunnen uitoefenen op de
inrichting van de woningen dan de bouwcommissie vermag te doen.
De wensen immers, welke in deze commissie naar voren worden
gebracht, worden dikwijls niet verwerkelijkt, hetzij uit bezuinigings-
hetzij uit andere overwegingen. Spreker hoopt ook, dat de bouw
commissie steeds tijdig (dat is vooraf) de volledige plannen voor
de huizenbouw zal ontvangen.
Wethouder VAN HOUTEN meent, dat de inschakeling van de
plaatselijke afdelingen van de vrouwenorganisaties in reeds eerder
bedoelde commissie rustig aan deze organisaties zelf kan worden
overgelaten. Ook spreker hoopt, dat het resultaat van het werk van
deze commissie zal zijn: bouwplannen, die de gehele bevolking be
vredigen. Voorlopig ziet spr. dit nog als een vrome wens.
Hierna wordt de begroting voor het Woningbedrijf overeenkom
stig het voorstel vastgesteld.
Vervoerbedrijf.
De heer WEZENBEEK heeft tot zijn vreugde geconstateerd, dat
een intensieve samenwerking tussen de verschillende bedrijven tot
stand is gekomen op het terrein van het vervoer. Spreker verhoopt
hiervan goede resultaten.
Hierna wordt de begroting voor het Vervoerbedrijf overeenkom
stig het voorstel vastgesteld.
Openbaar Slachthuis.
Het heeft de heer VAN GISBERGEN verheugd, dat met de bouw
van douchecellen in dit bedrijf reeds een aanvang is gemaakt.
De heer JONGBLOED is het bekend, dat in sommige gemeenten
een soort adviescommissie bestaat om een geregeld overleg tussen
de gebruikers van het Openbaar Slachthuis en de directie daarvan
mogelijk te maken. De juiste omvang der taak van deze commissie
is spreker niet bekend. Kunnen Burgemeester en Wethouders zulks
doen nagaan en de wenselijkheid van de instelling van een derge
lijke commissie in deze gemeente overwegen?
De heer VAN GISBERGEN antwoordt, dat naar hem bekend is,
elders een dergelijke commissie wel bestaat, doch lat in Breda daar
aan geen behoefte is, omdat er een zeer goed contact is tussen